Doe: Bouw je eigen miniatuurbrug

Doe les
Bouw je eigen miniatuurbrug
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doe les
Bouw je eigen miniatuurbrug
Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden. 

Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma

  • Lesdoelen
  • Begrippenuitleg
  • Voorbereiding opdracht 
  • Miniatuurbrug bouwen
  • Bruggenketen
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan de leerling de begrippen constructie, miniatuur en brug in eigen woorden uitleggen.

Aan het eind van deze les kan de leerling een miniatuurbrug bouwen met verschillend materiaal. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekenen de begrippen: miniatuur en brug?

Slide 5 - Woordweb

Begrippen uitleg:
Miniatuur: Een kleine, schaalmodelversie van een object.
Voorbeeld: Een speelgoedauto is een miniatuur van een echte auto.

Brug: Een constructie die een verbinding maakt tussen twee punten, bijvoorbeeld over water of een weg.

Constructie:

Slide 6 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld bedenken van een miniatuur dat je thuis hebt gezien?

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden beroemde bruggen
\









                            








                       



Slide 8 - Tekstslide

Welke bekende brug ken jij?

Slide 9 - Woordweb

Wat is het belangrijkste doel van een brug?
A
Om mensen een plek te geven om te ontspannen.
B
Om twee gebieden met elkaar te verbinden.
C
Om auto's te parkeren.
D
Om water te blokkeren.

Slide 10 - Quizvraag

Samenwerken
  1. Als je samenwerkt, kun je taken verdelen. De één kan bijvoorbeeld de tekst schrijven, terwijl de ander de tekeningen maakt.

  2. Twee mensen bedenken vaak meer creatieve ideeën dan één. Samen kom je op leuke manieren om de poster mooi en duidelijk te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom gaan we bij deze opdracht samenwerken? Waarom is het belangrijk om samen te werken?

Slide 12 - Woordweb

Voordat we aan de slag gaan, wat hebben we nodig?
  1. Elastiekjes
  2. Saté prikkers 
  3. Touw
  4. Plakband
  5. IJsstokjes



Heb jij nog andere ideeën? Wat zou je nog meer kunnen gebruiken voor het  bouwen van je brug?



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: Miniatuurbrug bouwen
Bouw in groepjes een miniatuurbrug van satéprikkers, elastiek, touw en plakband.

De brug moet:
  • Minstens 30 cm lang zijn.
  • Een gewicht van 500 gram kunnen dragen.
  • Er creatief uitzien!

Slide 14 - Tekstslide

Voorbereiding opdracht
Je gaat samen met je groepje een miniatuurbrug ontwerpen. 
Begin met het maken van een schets: teken hoe jullie brug eruit gaat zien. 

Denk hierbij goed na over welke materialen je hebt en hoe je deze het beste kunt gebruiken. 

Bespreek samen wat handig is om een stevige en stabiele brug te maken. 

Let op: de brug moet minstens 30 cm lang zijn en een gewicht van 500 gram kunnen dragen. 

Slide 15 - Tekstslide

En nu aan de slag..
Oke nu ga je echt aan de slag..

  1. Start met bouwen: Begin met de basis van je brug, zorg voor een stevige basis
  2. Stabiliteit testen: Test regelmatig of de brug stevig genoeg is om gewicht te dragen.
  3. Feedback: Kijk samen wat werkt en wat nog niet goed gaat.
  4. Verbeteringen: Bespreek mogelijke verbeteringen zonder direct oplossingen te geven.
  5. Samenwerken: Werk goed samen en geef elkaar tips om de brug sterker te maken.









Slide 16 - Tekstslide

Spannende Bruggen Test!

Iedereen heeft hard gewerkt, spannend hoor...

Klassenrondje: We lopen naar elk groepje en horen hoe zij hun brug hebben gebouwd.

Uitleg: Elk groepje vertelt wat ze hebben gedaan om hun brug sterk en stabiel te maken.

Testmoment: Het allerleukste gedeelte! We testen of de brug 500 gram kan tillen.

De winnaar: Wie heeft de sterkste brug? De groep wiens brug het meeste gewicht kan dragen, wint!


Slide 17 - Tekstslide

Bruggenketen
 (reflecteren)
Reflectie:
Vraag elke leerling om één ding te noemen dat goed ging tijdens het bouwen van hun brug.

Schakel toevoegen:
Iedere leerling schrijft kort hun antwoord op een papiertje of kaartje. Ze geven dit papiertje aan de docent of leggen het in een doos.

Bruggenketen maken:
Aan het eind van de les maakt de docent de "bruggenketen" door de kaartjes of papiertjes aan elkaar te verbinden (bijvoorbeeld met een touw of lint).

Slide 18 - Tekstslide

Evaluatie 
Tips en tops:
Wat ging goed tijdens de les?
Wat kan beter de volgende les?

Denk aan:
Je houding en motivatie
Het lesgeven van de docent

Slide 19 - Tekstslide