Formative test chapter 2 Health

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Formative test chapter 2

 stepping stones 7th edition

Instructions

Deze oefentoets bestaat uit vier onderdelen:
Deel 1: present perfect

Deel 2: modals
Deel 3: stones
Deel 4: vocabulary

Deel 1

The present perfect.

Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes.

Let op verschil tussen HAVE en HAS!

I (to see-never) the movie Hatchi

Sara (to be) a teacher for five years now.

Catherine and Leopold (to buy-just) a new house

He (to lose) his cellphone, so he can't reply to your texts

The painters (to paint) our house. Now it looks like new

My mom and dad (to be) married since 2010

You (to read) that book twice already!

I (not-to see) Mary all morning

Deel 2 

Maak de volgende vragen over Modals ( hulp werkwoorden)

Choose the right modal:
I'm off to bed. I .............. get up very early tomorrow.

1. have to
2. should
3. doesn't have to
4. shouldn't

Welke modal gebruik je als je een advies wil geven?

1. have to
2. should
3. must
4. can

Choose the right modal:
Can you speak up? I ______ hear you.

1. must
2. can't
3. shouldn't
4. can

Choose the right modal:
You have a terrible cough; you .........stop smoking.

1. have to
2. don't have to
3. should
4. shouldn't

Choose the right modal:
Grandma, ......... you pass me the sugar, please?

1. Can
2. Must
3. Should
4. Could

Choose the right modal:
__you___ pick up grandma tomorrow?

1. are able to
2. must
3. have to
4. should

Welke modal gebruik je als iets MOET van iemand anders (officiele regel)?

1. have to
2. should
3. must
4. could

Deel 3

Stones

Geef de juiste Engelse stones zin voor elke situatie.

Hoe vraag je aan iemand hoe het met diegene gaat?

Zeg dat je last hebt van een verschrikkelijke hoofdpijn.

Vraag aan iemand wat diegene aan het doen was toen het ongeluk gebeurde?

Vertel wat je aan het doen was(verzin zelf een activiteit) toen je struikelde over iets

Zeg dat je vandaag naar de dokter bent geweest

Deel 4

Geef de vertaling van de vocabulary & theme words.

Welke drie Engelse woorden zijn lichamelijke klachten?

1. bruise - cough - tootache
2. to be ill - to burn - dentist
3. waiting room - plaster - appointment
4. to feel sick - to faint - to treat

Vorm een Engelse zin met deze twee woorden: ankle - bend

Vorm een Engelse zin met deze twee woorden: pressure - ice pack

Vorm een Engelse zin met dit woord: to quit (werkwoord)

Geef de Engelse vertaling van dit woord: proefkonijn

ik heb het beste gescoord op vragen van....

deel 1 grammar past simple past continuous

deel 2 modals

deel 3 stones

deel 4 vocab

Van dit hoofdstuk moet ik nog verder oefenen met.....?
vul jouw antwoord hieronder in