Formative test chapter 2 Health

Formative test chapter 2



 stepping stones 7th edition
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formative test chapter 2



 stepping stones 7th edition

Slide 1 - Tekstslide

Instructions
Deze oefentoets bestaat uit vier onderdelen:
Deel 1: past continuous
Deel 2: modals
Deel 3: stones
Deel 4: vocabulary


Slide 2 - Tekstslide

Deel 1
The Past Continuous.
Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes.
Let op verschil tussen WAS en WERE!

Slide 3 - Tekstslide

I (to watch) the movie Hatchi all night long.

Slide 4 - Open vraag

Sara (to study) to become a teacher for five years now.

Slide 5 - Open vraag

Catherine and Leopold (to buy) a new house

Slide 6 - Open vraag

He (to lose) the game last night.

Slide 7 - Open vraag

Deel 2 
Maak de volgende vragen over Modals ( hulp werkwoorden)

Slide 8 - Tekstslide

Choose the right modal:
I'm off to bed. I .............. get up very early tomorrow.
A
have to
B
should
C
doesn't have to
D
shouldn't

Slide 9 - Quizvraag

Welke modal gebruik je als je een advies wil geven?
A
have to
B
should
C
must
D
can

Slide 10 - Quizvraag

Choose the right modal:
Can you speak up? I ______ hear you.
A
must
B
can't
C
shouldn't
D
can

Slide 11 - Quizvraag

Choose the right modal:
You have a terrible cough; you .........stop smoking.
A
have to
B
don't have to
C
should
D
shouldn't

Slide 12 - Quizvraag

Choose the right modal:
Grandma, ......... you pass me the sugar, please?
A
Can
B
Must
C
Should
D
Could

Slide 13 - Quizvraag

Choose the right modal:
__you___ pick up grandma tomorrow?

A
are able to
B
must
C
have to
D
should

Slide 14 - Quizvraag

Welke modal gebruik je als iets MOET van iemand anders (officiele regel)?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 15 - Quizvraag

Deel 3
Stones

Geef de juiste Engelse stones zin voor elke situatie.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe vraag je aan iemand hoe het met diegene gaat?

Slide 17 - Open vraag

Zeg dat je last hebt van een verschrikkelijke hoofdpijn.

Slide 18 - Open vraag

Vraag aan iemand wat diegene aan het doen was toen het ongeluk gebeurde?

Slide 19 - Open vraag

Vertel wat je aan het doen was(verzin zelf een activiteit) toen je struikelde over iets

Slide 20 - Open vraag

Zeg dat je vandaag naar de dokter bent geweest

Slide 21 - Open vraag

Deel 4
Geef de vertaling van de vocabulary & theme words.

Slide 22 - Tekstslide

Welke drie Engelse woorden zijn lichamelijke klachten?
A
bruise - cough - tootache
B
to be ill - to burn - dentist
C
waiting room - plaster - appointment
D
to feel sick - to faint - to treat

Slide 23 - Quizvraag

Vorm een Engelse zin met deze twee woorden: ankle - bend

Slide 24 - Open vraag

Vorm een Engelse zin met deze twee woorden: pressure - ice pack

Slide 25 - Open vraag

Vorm een Engelse zin met dit woord: to quit (werkwoord)

Slide 26 - Open vraag

Geef de Engelse vertaling van dit woord: tandarts

Slide 27 - Open vraag

ik heb het beste gescoord op vragen van....
deel 1 grammar past simple past continuous
deel 2 modals
deel 3 stones
deel 4 vocab

Slide 28 - Poll

Van dit hoofdstuk moet ik nog verder oefenen met.....?
vul jouw antwoord hieronder in

Slide 29 - Open vraag