Ch 1 gr A: les verbes pronominaux

Place Charles de Gaulle, Poitiers
les verbes pronominaux
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Place Charles de Gaulle, Poitiers
les verbes pronominaux

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
Ik ben klaar voor de les:

  • ik zit op mijn plek
  • mijn jas is uit 
  • mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
  • mijn mobiel is  thuis of in de kluis
  • mijn boek en pen zijn op mijn tafel

Slide 2 - Tekstslide

PROGRAMME
  • Wat? les verbes pronominaux
  • Hoe? klassikaal en individueel 
  • Tijd? 45 minuten
  • klaar? leren voca A + B 
  • Lesdoel?
Aan het eind van de les:
- Tu pourras faire les verbes pronominaux

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is correct ?
"We hebben ons geen zorgen gemaakt"
A
Nous ne nous sommes pas inquiétés
B
Nous nous ne sommes pas inquiétés
C
Nous ne nous sommes inquiétés pas
D
Nous sommes ne pas nous inquiétés

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is correct ?
"Ik heb me geen zorgen gemaakt"
A
Je ne me suis inquiété pas
B
Je me ne suis inquiété pas
C
Je ne me suis pas inquiété
D
Je suis ne me pas inquiété

Slide 5 - Quizvraag

GRAMMAIRE A  ch1

Les verbes pronominaux (de wederkerende werkwoorden) 

Slide 6 - Tekstslide

Les verbes pronominaux
Net als in het Nederlands heeft het Frans ook wederkerende werkwoorden (werkwoorden die met een wederkerend voornaamwoord gecombineerd kunne worden)

                  Ik was me                                           Je  me lave                  

Slide 7 - Tekstslide

Les verbes pronominaux
In het Nederlands gaat het wederkerend voornaamwoord NA het werkwoord. 

Ik herinner me

Slide 8 - Tekstslide

Les verbes pronominaux
Maar in het Frans gaat het wederkerend voornaamwoord VOOR het werkwoord. 
 
Ik herinner me                                            Je me souviens

zich herinneren                                                    se souvenir 

Slide 9 - Tekstslide

Les verbes pronominaux
Je
me
je me lave
Ik was me 
Tu
te
tu te laves
Je wast je
Il / Elle/ On
se
il se lave
Hij/Zij wast zich
Nous
nous
nous nous lavons
We wassen ons
Vous
vous
vous vous lavez
Jullie wassen je
Ils / Elles 
se
elles se lavent
Ze wassen zich

Slide 10 - Tekstslide

Les verbes pronominaux
Let op : Als het werkwoord met een klinker begint : 

Je
m'
Je m'amuse
Ik amuseer me
Tu
t'
Tu t'amuses
Je amuseert je
Il / Elle / On 
s'
On s'amuse
Hij/Zij amuseert zich
Ils / Elles
s'
Ils s'amusent
Zij amuseren zich

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoorden op -er in présent
Hele werkwoord -er = stam            Stam + uitgang
Je + e
Tu + es
Il /elle/on + e
Nous + ons
Vous + ez
Ils/elles + ent 

Slide 12 - Tekstslide

Vul in
"Je (...) souviens" (Ik herinner me)

Slide 13 - Open vraag

Vul in
"Tu (...) laves" (Je wast je)

Slide 14 - Open vraag

Vul in
"On ( ... ) enfuit" (We lopen weg)

Slide 15 - Open vraag

Vul in
"Nous (...) préparons" (We bereiden ons voor)

Slide 16 - Open vraag

Vul in
"Vous (...) exprimez" (Jullie drukken je uit)

Slide 17 - Open vraag

Vul
"Ils (...) noient"(Ze verdrinken )

Slide 18 - Open vraag

Les verbes pronominaux 
In ontkennende zinnen - standaard:

ne (n') + werkwoord + pas 

Je sais.                              Je ne sais pas. 


Slide 19 - Tekstslide

Les verbes pronominaux 
In ontkennende zinnen met wederkerende werkwoorden: 

ne + voornaamwoord + hulpwerkwoord + pas

Ik amuseer me niet                                  Je ne m'amuse pas 



Slide 20 - Tekstslide

Mettez dans le bon ordre:
se-ne-pas-il-baigne

Slide 21 - Open vraag

Mettez dans le bon ordre:
souviens-je-me-ne-pas

Slide 22 - Open vraag

Mettez dans le bon ordre:
nous-nous-ne-pas-inquiétons

Slide 23 - Open vraag

Passé composé 
- De wederkerende werkwoorden hebben altijd als hulpwerkwoord : être. En om die reden dus ook soms een extra e, s, es.  

"Je me suis levé" 
"Elle s'est préparée" 
"Nous nous sommes inquiétés" 


Slide 24 - Tekstslide

Welke zin is correct ?
A
Je suis me lavé.
B
Je me suis lavé.
C
J'ai me lavé.
D
Je me ai lavé.

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin is correct ?
A
Nous nous sommes préparé.
B
Nous sommes nous préparés.
C
Nous nous avons préparés.
D
Nous nous sommes préparés.

Slide 26 - Quizvraag

Les verbes pronominaux 
Voor de ontkennende zinnen met le passé composé : 

"Je ne me suis pas levé" 

Dus nog steeds: 
ne + wederkerend voornaamwoord + hulpwerkwoord (+rest)

Slide 27 - Tekstslide

Let op ! 
Sommige wederkerende werkwoorden zijn niet wederkerend in het Nederlands, maar wel in het Frans. Zoals: 
wakker worden = se réveiller
in slaap vallen = s'endormir
naar bed gaan = se coucher
opstaan = se lever 
heten = s'appeler
weggaan = s'en aller
trainen = s'entraîner

Slide 28 - Tekstslide

Les exercices
Vous faites les exercices 9, 10+ 11 --> page 13 jusqua'a 15


Klaar? leren vocabulaire + phrases cles A + B--> blz 42
timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide