In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Schrijf een effectieve column!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je een column schrijven, weet je wat een doelgroep is en hoe je deze kunt bepalen, en ken je het verschil tussen synoniemen, antoniemen, homoniemen en homofonen.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over het schrijven van een column?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een column?
Een column is een kort stukje tekst waarin de schrijver zijn of haar mening geeft over een bepaald onderwerp.
Slide 4 - Tekstslide
Leg de definitie van een column uit.
Doelgroep
Een doelgroep is de groep mensen voor wie je schrijft. Het is belangrijk om je doelgroep te kennen, zodat je kunt bepalen hoe je je column het beste kunt schrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Leg het begrip 'doelgroep' uit, en waarom het belangrijk is om deze te kennen.
Hoe bepaal je je doelgroep?
Je kunt je doelgroep bepalen door te bedenken voor wie je column bedoeld is, en wat hun interesses en achtergrond zijn. Je kunt bijvoorbeeld denken aan leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en interesses.
Slide 6 - Tekstslide
Geef praktische tips over hoe leerlingen hun doelgroep kunnen bepalen.
Synoniemen
Synoniemen zijn woorden die hetzelfde betekenen. Bijvoorbeeld: leuk en gezellig.
Slide 7 - Tekstslide
Leg het begrip 'synoniemen' uit, en geef een voorbeeld.
Antoniemen
Antoniemen zijn woorden die het tegenovergestelde betekenen. Bijvoorbeeld: warm en koud.
Slide 8 - Tekstslide
Leg het begrip 'antoniemen' uit, en geef een voorbeeld.
Homoniemen
Homoniemen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben. Bijvoorbeeld: de bank waarop je zit en de bank waar je geld kunt lenen.
Slide 9 - Tekstslide
Leg het begrip 'homoniemen' uit, en geef een voorbeeld.
Homofonen
Homofonen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden en een andere betekenis hebben. Bijvoorbeeld: koud en fout.
Slide 10 - Tekstslide
Leg het begrip 'homofonen' uit, en geef een voorbeeld.
Effectieve column
Een effectieve column is gericht op de doelgroep, bevat een duidelijke boodschap en is goed geschreven. Het is belangrijk om rekening te houden met de doelgroep en een pakkende titel te bedenken.
Slide 11 - Tekstslide
Geef tips over hoe leerlingen een effectieve column kunnen schrijven.
Oefening
Ga in groepjes een doelgroep bepalen voor een column en een bepaald onderwerp. Ga hierbij nadenken over de interesses en achtergrond van de doelgroep.
Bijvoorbeeld > vissers - vaak mannen, vishengels/benodigdheden.
Gamers > vaak jongeren, nieuwe spellen,
Make-up > Vaak meiden en jonge vrouwen, 12-35 jaar
Slide 12 - Tekstslide
Laat de leerlingen in groepjes werken, en geef ze de opdracht om een doelgroep te bepalen voor een column over een bepaald onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.