Je kunt de verkoopprijs van een product uitrekenen.
Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs.
voorbeeld opgave: herhalingsopdracht 9 (blz. 150 van je boek)
Slide 6 - Tekstslide
Je weet dat:
Omzet -inkoopwaarde
brutowinst -bedrijfskosten
Nettowinst
Slide 7 - Tekstslide
Je weet dat:
AFZET X VERKOOPPRIJS = OMZET
Je weet wat afzet is= aantal verkochte producten
Je weet wat omzet is = totaal bedrag verdiend door verkopen
Slide 8 - Tekstslide
voorbeeld vraag:
Je verkoopt kaas. De omzet is €1.250,- Een stuk kaas kost €6,25. Wat is de afzet (dus, hoeveel stukken kaas heb je verkocht?)
Slide 9 - Open vraag
De consumentenprijs uitrekenen
Je kunt de consumentenprijs uitrekenen. dit is:
Verkoopprijs + btw = consumentenprijs.
Voorbeeld opgave: herhalingsopdracht 18 (blz. 151 van je boek)
Slide 10 - Tekstslide
De brutowinst uitrekenen
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst.
Voorbeeld opgave : opdracht 15 van de oefentoets (blz.149 van je boek).
Slide 11 - Tekstslide
De nettowinst uitrekenen
brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst.
Voorbeeld opgave: opgave 15 van de oefentoets (blz. 149 van je boek).
Slide 12 - Tekstslide
Einde
Lees ook de paragrafen goed door, daar staan vaak nog wat begrippen / theorie die niet in de begrippenlijst staan op blz. 147. Hier kan wel naar gevraagd worden.