In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Rekenen H5
Verkoopprijs
Omzet
Consumentenprijs
Brutowinst/ nettowinst
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je de verkoopprijs berekenen
2) Kan je de omzet berekenen
3) Kan je de consumentenprijs berekenen
4) Kan je de brutowinst en nettowinst uitrekenen
Slide 2 - Tekstslide
Verkoopprijs
''Het bedrag waarvoor de winkel een product verkoopt''
Slide 3 - Tekstslide
Verkoopprijs
Inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs
1) Brutowinstopslag uitrekenen met tabel
2) Brutowinstopslag plus inkoopprijs doen
Slide 4 - Tekstslide
Jacob verkoopt games. De inkoopprijs van een game is €35. Jacob berekent een brutowinstopslag van 60%. Bereken de verkoopprijs.
Slide 5 - Open vraag
De fiets die je hebt gekregen, kostte €620. De eigenaar van de fietsenwinkel kocht dezelfde fiets voor €400 bij de groothandel. Bereken de brutowinstopslag in euro's.
Slide 6 - Open vraag
Voor je kledingzaak koop je een jas in voor €55. Je rekent 75% brutowinstopslag. Wat wordt de verkoopprijs van de jas.
Slide 7 - Open vraag
Percentage berekenen
Deel / geheel x 100%
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
De fiets die je hebt gekregen, kostte €620. De eigenaar van de fietsenwinkel kocht dezelfde fiets voor €400 bij de groothandel. Bereken de brutowinstopslag in procenten van de inkoopprijs.
Slide 9 - Tekstslide
Voor je scooterhandel koop je een nieuwe scooter in voor €1.900. De verkoopprijs wordt €2.755. Bereken de brutowinstopslag als percentage van de inkoopprijs.
Slide 10 - Open vraag
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je de verkoopprijs berekenen
2) Kan je de omzet berekenen
3) Kan je de consumentenprijs berekenen
4) Kan je de brutowinst en nettowinst uitrekenen
Slide 11 - Tekstslide
Omzet
''Het totale bedrag dat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten''
Slide 12 - Tekstslide
Omzet
Afzet x verkoopprijs = omzet
Slide 13 - Tekstslide
In een dag verkoop je 190 ijsjes. De gemiddelde verkoopprijs per ijsje is €1,70. Bereken de omzet.
Slide 14 - Open vraag
Tom heeft een fietsenzaak. Deze week verkoopt hij 33 fietsen. De gemiddelde verkoopprijs van een fiets is €690. Bereken de omzet van deze week.
Slide 15 - Open vraag
Jeppe heeft een broodjeszaak. Vandaag heeft hij het volgende verkocht: - 35 broodjes ham en kaas (€2,20 per stuk) - 22 broodjes gezond (€3,25 per stuk) Bereken de omzet.
Slide 16 - Open vraag
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je de verkoopprijs berekenen
2) Kan je de omzet berekenen
3) Kan je de consumentenprijs berekenen
4) Kan je de brutowinst en nettowinst uitrekenen
Slide 17 - Tekstslide
Consumentenprijs
''De prijs die de consument betaalt''
Slide 18 - Tekstslide
Consumentenprijs
Verkoopprijs + BTW = consumentenprijs
1) BTW uitreken met verhoudingstabel
2) Verkoopprijs plus de BTW doen
Slide 19 - Tekstslide
Fietsenhandelaar De Wit heeft een nieuwe mountainbike in de winkel staan. De prijs exclusief BTW is €620, de BTW is 21%. Bereken de consumentenprijs van deze mountainbike.
Slide 20 - Open vraag
De verkoopprijs van boeken is gemiddeld €16,50. De BTW is 9%. Bereken de consumentenprijs.
Slide 21 - Open vraag
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je de verkoopprijs berekenen
2) Kan je de omzet berekenen
3) Kan je de consumentenprijs berekenen
4) Kan je de brutowinst en nettowinst uitrekenen
Slide 22 - Tekstslide
Brutowinst
''Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde''
Slide 23 - Tekstslide
Brutowinst
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst
Slide 24 - Tekstslide
Met de verkoop van computergames heb je een omzet van €5.320 behaald. De inkoopwaarde was €2.590. Bereken de brutowinst.
Slide 25 - Open vraag
Nettowinst
''De winst die uiteindelijk overblijft nadat alle kosten betaald zijn''
Slide 26 - Tekstslide
Nettowinst
Brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst
Slide 27 - Tekstslide
Met je koffiebar behaalde je deze maand een brutowinst van €23.590. De bedrijfskosten waren in deze periode €14.730. Bereken de nettowinst.
Slide 28 - Open vraag
In de boerderijwinkel van je oom en tante bedroeg de brutowinst deze maand €9.456. De nettowinst was €4.679. Bereken de bedrijfskosten.