4kader Laatste les totaal

Laatste les totaal!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laatste les totaal!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jo-lynn rijdt naar Rome met een gemiddelde snelheid van 92,3 km/u.
Wat is haar snelheid in m/s?
A
25 m/s
B
26 m/s
C
24 m/s
D
27 m/s

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid op de fiets is ongeveer
A
10 km/u
B
12 km/u
C
15 km/u
D
20 km/u

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de formule
bij de grafiek
A
t = 4 - 2b
B
B = 4 - 2t
C
B = 4 + 2t
D
B = 4 - 1t

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de formule
bij de grafiek.

(bij de horizontale as staat 'tijd in uren')
A
5 + 2,50t
B
inkomsten in euro's=5 + 2,50t
C
inkomsten in euro's= 2,50 + 5t
D
t= 2,50 + 5 x inkomsten in euro's

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de formule
bij de grafiek.
A
inkomsten in euro's= 5 + 5t
B
inkomsten in euro's= 5 + 2,50t
C
t= 5 + 3 x inkomsten in euro's
D
5 + 2,50t

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de formule
bij de grafiek.
A
t = 300 + 7,5 x gewicht in g
B
gewicht in g = 7,5 + 300t
C
300 =gewicht in g + 7,5 t
D
7,5 + 300t

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een fietser rijdt met een snelheid van 7 m/s.
Wat is de snelheid in km/u?
A
25,2 km/u
B
22,4 km/u
C
21 km/u
D
19,4 km/u

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mo heeft 29 km afgelegd in 1 uur en 25 minuten. Wat was zijn snelheid?
A
20,4 km/u
B
23,2 km/u
C
21 km/u
D
20,5 km/u

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

* Ali gaat met de auto naar zijn oma die 110 km verder woont.
* Hij vertrok om 14.20 en kwam 15.35 aan.
* Wat was zijn snelheid?
A
130 km/u
B
96 km/u
C
88 km/u
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe kun je aan een exponentiele formule zien aan of je maken hebt met een stijgende grafiek?
A
helling is positief
B
groeifactor tussen 0 en 1
C
helling is negatief
D
groeifactor groter dan 1

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De groeifactor is 1,45.
De toename is ..... %
A
145
B
1,45
C
55
D
45

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afname is 15%
de groeifactor is dan:
A
0,15
B
0,85
C
1,15

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De toename is 15%
de groeifactor is dan:
A
0,15
B
0,85
C
1,15

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een groeifactor van 0,87 betekent ...
A
... dat er elke keer 87% bijkomt.
B
... dat er elke keer 87% af gaat.
C
... dat er elke keer 13% af gaat.
D
... dat er elke keer 13% bij komt.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goniometrie
Wat is het ezelsbruggetje voor Goniometrie?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goniometrie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goniometrie

Slide 19 - Tekstslide

69 en 45
Bereken de hoogte van de kas.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goniometrie
Goniometrie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoek A
A
30 graden
B
26,6 graden
C
60 graden
D
63,4 graden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke 100 m die een auto horizontaal aflegt, stijgt hij 6 m.
Bereken de hellingshoek.
A
1,3°
B
3,4°
C
5,2°
D
6,0°

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de hellingshoek
A
2,63
B
950
C
21
D
0,38

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoek E
A
75°
B
30°
C
85°
D
65°

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoek C.
A
0,6 graden
B
31,2 graden
C
1,7 graden
D
58,8 graden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoek G.
A
∠C = 100
B
∠C= 10°
C
∠C= 60°
D
∠C= 90°

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zijde DE
A
18.8
B
14.4
C
16.6
D
12.2

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zijde XY
A
85 cm
B
54,5 cm
C
65 cm
D
35 cm

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zijde AC
A
60,6
B
37,4
C
6,1
D
7,8

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken zijde EF.

A
9,6 mm
B
7,2 mm
C
0,4
D
9 mm

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de inhoud?
A
12 liter
B
72 liter
C
24 liter
D
36 liter

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de inhoud van het prisma?
A
360 cm3
B
180 cm3
C
72 cm3
D
36 cm3

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
A
4 x 3 = 12 cm2
B
4 x 3 : 2 = 6 cm2
C
3 x 2 : 2 = 3 cm2
D
2 x 4 x 3 = 24 cm2

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de inhoud van deze cilinder?

A
ongeveer 2309 ml
B
ongeveer 577 ml
C
ongeveer 1237 ml
D
ongeveer 4948 ml

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de inhoud van de piramide?
A
15 x 15 : 3 = 75 cm^3
B
15 x 15 x 20 = 4500 cm^3
C
15 x 15 x 20 : 3 = 1500 cm^3
D
15 x 20 = 300 cm^3

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de inhoud van dit prisma?
A
300 cm3
B
150 cm3
C
75 cm3
D
600 cm3

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emre wandelt en fietst met een snelheid van de gemiddelde Nederlander. Wat is zijn snelheid?
A
wandelen: 3 km/u fietsen: 20 km/u
B
wandelen: 5 km/u fietsen: 15 km/u
C
wandelen: 5 km/u fietsen 20 km/u
D
wandelen: 10 km/u fietsen: 30 km/u

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

inkomsten = 12,50 + 3,25 x tijd
tijd in uren
Welke inkomsten horen bij tijd = 0
A
12,50
B
25,5
C
65,75
D
28,50

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oppervlakte van het grondvlak?
A
48cm2
B
160cm2
C
80cm2
D
24cm2

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De oppervlakte van rechthoek I is 10 cm².

Bereken de oppervlakte van rechthoek II.
A
40
B
80
C
160
D
200

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel daalt het Beltegoed per minuut?
A
0.50 euro
B
0.25 euro
C
10 euro
D
5 euro

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil en kun je doen?

Pak je overzicht van onderwerpen en kruis aan wat je nog wilt oefenen. Zoek de juiste opgaven.
* Examenopgaven uit je boek vanaf  bladzijde  215. 
Start bij  opgave 5: scholeksters
* Werkbladen: procenten, eenheden, ruimtefiguren, gonio



Vragen?
Hulp nodig?
Wat gaan jullie doen?
Hoe kan ik jullie helpen?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies