* In de meeste gevallen maak je een verkleinwoord door -je,
-tje, -pje of -kje achter het woord te zetten. (Koninkje)
* Wanneer een woord eindigt op een lange klank, maar je deze met slechts één klinker schrijft, krijgt het verkleinwoord er een klinker bij. --> radiootje, cafeetje, pyjamaatje, ...
* Woorden die eindigen op -i veranderen in -ie: taxietje.