De cel: organisatieniveaus, cellen observeren, soorten cellen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs
In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Module 01: De cel
De cel: organisatieniveaus, cellen observeren, soorten cellen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
de verschillende organisatieniveaus in organismen beschrijven
lichtmicroscopische en elektronenmicroscopische opnames van de cel herkennen
de verschillen tussen prokaryote en eukaryote cellen kunnen
het verband leggen tussen structuur en functie van celorganellen en biologische membranen
Slide 2 - Tekstslide
Welke soorten cellen ken je?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
p. 10
Slide 6 - Tekstslide
p. 10
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een weefsel?
Cellen in relatie tot andere organisatieniveaus
Slide 8 - Open vraag
De huid is een ...
Cellen in relatie tot andere organisatieniveaus
A
weefsel
B
orgaan
C
stelsel
Slide 9 - Quizvraag
de huid: opgebouwd uit weefsels
Slide 10 - Tekstslide
Welke volgorde is correct?
Cellen in relatie tot andere organisatieniveaus
A
celorganel < cel < orgaan < weefsel
B
atoom < cel < celorganel < weefsel
C
cel < weefsel < organisme < stelsel
D
molecule < celorganel < cel < weefsel
Slide 11 - Quizvraag
p. 11
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
p. 13
Slide 14 - Tekstslide
p. 13
Slide 15 - Tekstslide
LM
SEM
TEM
Slide 16 - Sleepvraag
Welke microscoop heeft de grootste resolutie?
Cellen observeren met de microscoop
A
lichtmicroscoop
B
elektronenmicroscoop
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Vul aan: Een prokaryote cel heeft geen ...
prokaryote en eukaryote cellen
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Bekijk aandachtig volgende videofragmenten. Beantwoord nadien de vragen.
Lees telkens de tekst in je handboek p.20-25 + p.26-33
Niet te kennen p.30 + p.34
Neem notities
Subcellulaire structuren bij eukaryoten
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Hoe noemt men de DNA-draden in niet-delende cellen?
Subcellulaire structuren bij eukaryoten
A
chromosomen
B
chromatine
C
histonen
D
ribosomen
Slide 27 - Quizvraag
Welk nummer duidt het ruw endoplasmatisch reticulum aan?
A
4
B
9
C
8
D
11
Slide 28 - Quizvraag
Welk nummer duidt een mitochondrie aan ?
A
4
B
9
C
8
D
11
Slide 29 - Quizvraag
Hoe heet het "energiemolecule" dat door een mitochondrie wordt aangemaakt?
Subcellulaire structuren bij eukaryoten
A
ATP
B
DNA
C
RNA
D
ADP
Slide 30 - Quizvraag
Welk nummer duidt het Golgi-apparaat aan?
A
4
B
9
C
8
D
11
Slide 31 - Quizvraag
Wat is de functie van nummer 4?
A
afbraak
B
energieproductie
C
verpakking van eiwitten
D
eiwitsynthese
Slide 32 - Quizvraag
Welke nummers treffen we niet in een plantencel aan?
A
4 en 10
B
7 en 10
C
1 en 4
D
11 en 7
Slide 33 - Quizvraag
In onderstaande figuur wordt een cel vergeleken met een fabriek. Elke genummerde figuur stelt een bepaalde celstructuur voor. Geef op de volgende dia de juiste naam van het celorganel bij elk nummer.
Slide 34 - Tekstslide
Schrijf hier telkens het nummer en de overeenkomstige naam van het celorganel.