MC 2 - B/Z-route - Dierlijke vs plantaardige cel

MC 2
Wetenschappelijk onderzoek : De cel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MC 2
Wetenschappelijk onderzoek : De cel

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen...
Zet de organisatieniveaus van groot naar klein
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel

Slide 2 - Sleepvraag

Je lichaam van groot naar klein


Een organisme bestaat uit orgaanstelsels.
Elk orgaanstelsel bestaat uit organen.
Elk orgaan bestaat uit weefsels.
Elk weefsel bestaat uit cellen.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten cellen

Slide 4 - Tekstslide

MICROSCOPIE

Slide 5 - Tekstslide

De microscopieles..
  • Stap 1: preparaat maken van het object dat je wilt gaan bekijken
  • Stap 2: bedienen van microscoop
  • Stap 3: biologische tekening maken

Slide 6 - Tekstslide

Een preparaat maken

Preparaat = objectglas + dekglaasje (met vloeistof en voorwerp eronder)

  • Pak een schoon voorwerpglas.
  • Doe er een druppel vloeistof op.
  • Leg het voorwerp wat je wilt bekijken in de druppel water.
  • Doe voorzichtig een dekglaasje er op. 
      Er mogen niet teveel luchtbellen onder zitten.





Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Lichtmicroscoop bedienen
  • Houd de microscoop met twee handen vast
  • Zet het licht aan
  • Start met de kleinste vergroting en stel scherp met de grote draaischroef
  • Vergroting = oculair x objectief, bijv: 10x40 = 400x vergroot
  • Check of je object in het midden van het beeld ligt
  • Draai de revolver naar één vergroting groter en stel vanaf nu alleen nog maar scherp met de kleine draaischroef

  • Opruimen: licht uit, revolver draaien tot kleinste/geen objectief, tafel naar beneden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Tekenregels
  1. Teken de cel groot + stukjes van buurcellen
  2. Teken links
  3. Strakke lijnen, niet schetsen (potlood)
  4. Benoem rechts de onderdelen  
  5. Trek rechte lijnen met een lat tussen het onderdeel en de naam
  6. Let op verhoudingen (lijkt het echt?)
  7. Teken alleen wat je ziet
  8. Niet inkleuren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Tijd voor actie
Volg de stappen nauwkeurig.
Werk rustig en gecontroleerd.
Luister naar elkaar en de coach.

Slide 13 - Tekstslide

Opruimen - OR aanvullen - inleveren
  1. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
  2. Preparaat verwijderen 
  3. Lampje uit
  4. Dekglaasje weggooien
  5. Objectglas en andere materialen netjes inleveren
  6. Onderzoeksrapport aanvullen (afwerken als taak NW C)

Slide 14 - Tekstslide

Schematische tekening
Wangslijmvlies

Slide 15 - Tekstslide

Schematische tekening
Ui

Slide 16 - Tekstslide

Schematische tekening
Waterpest

Slide 17 - Tekstslide

Plantaardige cellen

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

cel
Plantencellen en dierlijke cellen hebben overeenkomsten

Slide 20 - Tekstslide

cel
... en verschillen

Slide 21 - Tekstslide

Plantencel
  • Celkern, celmembraan, cytoplasma en mitochondrieën
  • Celwand: stevige wand aan de buitenkant van de cel.
  • Bladgroenkorrels: hierin gebeurt de fotosynthese, geven groene kleur.
  • Grote vacuole: blaasje gevuld met vocht, zorgt voor stevigheid.

Slide 22 - Tekstslide

De vacuole is een 'blaasje' gevuld met vocht
De celwand is een stevig laagje om de cel heen

Slide 23 - Tekstslide

Samen geven de vacuole en celwand stevigheid aan de plantencel

Slide 24 - Tekstslide

Plastiden zijn korrels in de plantencel
Bladgroenkorrels
Groen
Fotosynthese
Kleurstofkorrels
Rood, Oranje, Geel
Opvallende kleur 
Zetmeelkorrels
Kleurloos
Zetmeelopslag

Slide 25 - Tekstslide

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 26 - Sleepvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 27 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 28 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 29 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 30 - Quizvraag

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
voedingsstoffen opslaan
B
beschermen van het DNA
C
celkern heeft geen functie

Slide 32 - Quizvraag

in een bladgroenkorrel vindt fotosynthese plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag


nummer 4 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 34 - Quizvraag


nummer 2 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 35 - Quizvraag

Bouw van cellen

Slide 36 - Tekstslide

De plantencel
Bladgroenkorrel:
fotosynthese (suiker maken)

Vacuole:
Opslag water = stevigheid

Celwand:
Extra wand voor stevigheid (vezels)

Slide 37 - Tekstslide

Sleep het organel naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Bladgroenkorrels
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan

Slide 38 - Sleepvraag

Verschillen tussen plantencellen en cellen van dieren.
Alle cellen hebben een celmembraam, een celkern en cytoplasma. 
Bladgroenkorrels, celwand en grote vacuolen komen alleen voor in plantencellen.

dierlijke cel
plantencel

Slide 39 - Tekstslide