Paragraaf 2, deel 2

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Huiswerkbespreking

Vraag 2,3,7

Afzet = hoeveelheid

Omzet = pxq

Winst = Omzet - kosten

Kostprijs: bereken eerst de totale kosten 

Daarna verdelen over het aantal stuks. 

TK = 5q + 800 .... Dus per stuk:

Zelfstandig

Maken vraag 8 en 9 (daarna doorwerken met 10,11,12)

Afzet en opbrengst (TO)

Afzet: aantal verkochte stuks

voorbeeld: Ik heb 12 telefoons verkocht --> afzet: 12

Omzet (TO): Afzet x Verkoopprijs

voorbeeld: ik heb  12 telefoons voor € 500 verkocht --> omzet: € 6.000

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2.

Wat is de totale afzet?

Een bedrijf verkoopt 1.600 producten tegen een verkoopprijs van € 12. De producten zijn ingekocht voor € 2.

Wat is de totale opbrengst?

Belangrijkste formules:

Q = afzet                                    (QV vaak als afzet gehanteerd)

TO = Totale opbrengst = P x Q

TK = Totale kosten = TVK + TCK

TVK = Totale variabele kosten = Q x variabele kosten per product

TCK = Totale constante/vaste kosten

Kostprijs = Kosten per product = TK/Q of TVK + (TCK/Q)

Marktmechanisme

Vragers                                              Aanbieders

                                    =

                                  Prijs

Vragers: Degene die een product willen kopen

Aanbieders: Degene die een product aanbieden

Aanbodlijn (Qa)

Hoe lager de prijs... hoe lager het aanbod

Hoe hoger de prijs... dan hoger het aanbod

Als de prijs verandert is er dus vanuit de aanbodlijn af te lezen, wat er met het aanbod gebeurt

Wat is het aanbod bij € 0,40?

Hoe hoger de prijs, hoe ..... het aanbod

1. Hoger
2. Lager

Aanbodlijn verwerkt in een formule (Qa)

Het aanbod kan ook weergegeven worden in een formule.

Met deze formule is het mogelijk om zelf een aanbodlijn te maken.

De formule kan bijvoorbeeld zijn:

Qa = 25.000P - 10.000

Door een prijs in te voeren bereken je het aanbod bij die prijs

Aanbodlijn verwerkt in een formule (Qa)

Qa = 25.000P -10.000

Bijvoorbeeld een prijs van € 4

 25.000 x 4 -10.000 = 90.000

Wat is het aanbod bij een prijs van € 6, indien Qa = 25.000P – 10.000 is?

Paragraaf 2 vraag 8,9,10 en 11

Verschuivingen Aanbodlijn

2 soorten:

- Verschuiving langs de aanbodlijn. Deze kun je aflezen op de aanbodlijn. Dit zijn altijd veranderingen van de prijs

- Verschuiving van de aanbodlijn. Er ontstaat een nieuwe aanbodlijn. Oorzaak: bijvoorbeeld lagere kosten, dus meer aanbod --> Lijn naar rechts.