In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3 KADER
6.2 Van alle markten thuis?
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling lesdoelen 6.1
- Welke productiefactoren heb je nodig om te produceren? - Welke technologische ontwikkelingen worden er gebruikt bij de productie?
- Hoe bereken je de afschrijving?
- Hoe produceren bedrijven iets in de bedrijfskolom?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen 6.2
- Wat is een markt?
- Hoe heeft de vraag en het aanbod invloed op de prijs?
- Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Abstracte markt
Het geheel van alle vraag en aanbod naar een bepaald product (telefoonmarkt)
Slide 5 - Tekstslide
Vraag
Prijs (€) Vraag (x1000)
25 1
22,50 2
20 3
Aanbod
Prijs (€) Aanbod (x1000)
25 3
22,50 2
20 1
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat is marketing?
Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken. Ze zullen daarvoor zo goed mogelijk in moeten spelen op de behoeften van de doelgroep.
Om zo goed mogelijk in te spelen op deze behoeften doen ze marktonderzoek en gebruiken ze marketinginstrumenten.
Slide 9 - Tekstslide
Marketinginstrumenten
Voor de marketing hebben ondernemers marketinginstrumenten nodig, dit noem je de marketingmix en deze bestaat uit 6 p's.
De 6 P's staan voor:
product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Marktaandeel
De omzet of afzet van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale omzet of afzet van de productgroep.
(wat : waarvan) x 100%
Slide 12 - Tekstslide
Marktaandeel
Het marktaandeel is het stukje afzet van een bedrijf vergeleken met de totale markt in een %.
Bijvoorbeeld Volkswagen produceert in een jaar 350.000 auto's en in de totale markt worden 10.000.000 auto's geproduceerd, dan is het marktaandeel van Volkswagen? 350.000 : 10.000.000 x 100% = 3.5%
Slide 13 - Tekstslide
Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
A
Blijft de prijs ook gelijk
B
Stijgt de prijs
C
Daalt de prijs
Slide 14 - Quizvraag
De prijs van appels is gestegen, hierdoor (meerdere antwoorden mogelijk)
A
worden er meer peren verkocht
B
bakken we extra appeltaart
C
worden er meer appels verkocht
D
worden er minder appels verkocht
Slide 15 - Quizvraag
Hoe hoger de prijs, hoe (meerdere antwoorden mogelijk)
A
lager de vraag
B
hoger de vraag
C
lager het aanbod
D
groter het aanbod
Slide 16 - Quizvraag
Dit is een grafiek van ...
A
de vraag
B
het aanbod
Slide 17 - Quizvraag
Hoe noemen we de zes "P's" ook wel?
A
Reclameinstrumenten
B
Marketingmix
C
Marketingbeleid
D
Productdifferentiatie
Slide 18 - Quizvraag
Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om (meer) te verkopen.
B
Instrumenten die je
gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om
de winst te vergroten.
D
Een engels woord
voor winkel.
Slide 19 - Quizvraag
H&M open een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats
Slide 20 - Quizvraag
In een jaar produceert Apple 220.000 smartphones. In de totale markt worden 600.000 smartphones gemaakt. Wat is het marktaandeel van Apple?
Slide 21 - Open vraag
Waar kijk je naar om het marktaandeel te kunnen bepalen?
A
Naar de afzet,
niet naar de omzet
B
Naar de afzet x prijs, niet naar de omzet
C
Naar de omzet,
niet naar de afzet
D
Naar de afzet óf de omzet
Slide 22 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 23 - Tekstslide
Lesdoelen 6.2
- Wat is een markt?
- Hoe heeft de vraag en het aanbod invloed op de prijs?
- Hoe beïnvloeden bedrijven de markt?
Slide 24 - Tekstslide
Leg een concrete- en een abstracte markt uit
Slide 25 - Open vraag
Hoe heeft de vraag en het aanbod invloed op de prijs?