- je kunt met behulp van signaalwoordenopsommingen, tegenstellingen,voorbeelden,tijdsvolgordes (chronologie) en een oorzaak-gevolg in een tekst herkennen en begrijpen.
tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
DOEL
- je kunt met behulp van signaalwoordenopsommingen, tegenstellingen,voorbeelden,tijdsvolgordes (chronologie) en een oorzaak-gevolg in een tekst herkennen en begrijpen.
tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
TEKSTVERBANDEN
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
met elkaar samenhangen.
Slide 2 - Tekstslide
SIGNAALWOORDEN
Aan een
signaalwoord
zie je met
welk tekstverband
je te maken hebt.
Slide 3 - Tekstslide
Welk tekstverband herken je? Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
Slide 4 - Quizvraag
Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
Slide 5 - Open vraag
Welk tekstverband herken je?
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
Slide 6 - Quizvraag
Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg herken je in de zin:
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Slide 7 - Open vraag
Wat is de oorzaak in de zin:
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het gevolg in de zin:
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Slide 9 - Open vraag
Lees (en beluister) de tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 11 - Open vraag
Wat voor soort tekst is dit?
Slide 12 - Open vraag
In de laatste zin van alinea 1 staat een opsomming. Noteer die opsomming.
Slide 13 - Open vraag
In de eerste zin van alinea 2 staat een oorzaak / gevolg. Noteer de oorzaak en het gevolg.
Slide 14 - Open vraag
Noteer een signaalwoord van tijdsvolgorde uit alinea 2.
Slide 15 - Open vraag
Waarvoor wilde de school haar leerlingen behoeden volgens alinea 3?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?
Slide 17 - Open vraag
Waarom heeft de school nu wel aangifte gedaan?
Slide 18 - Open vraag
Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?
Slide 19 - Open vraag
Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit alinea 6
Slide 20 - Open vraag
Wat vindt de ouder uit alinea 6 ervan dat de school niet direct aangifte deed?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Sleep de signaalwoorden naar de juiste box
Doel-Middel
Voorwaarde
Tegenstelling
maar
indien
echter
waarmee
om te
als .. dan
als .. dan
zodat
Slide 23 - Sleepvraag
Zelfstandig Werken - Examensprint
Je gaat aan de slag met:
- Verbanden, (deel)onderwerpen en hoofdgedachte
- Je levert de opdrachten in voor het einde van de les.