Fase 3, niveau 3F, les 4 spelling(voorbereiding schrijfexamen)

Fase 3, niveau 2F en 3F, les 4 spelling(voorbereiding schrijfexamen)
- uitleg doelen les
- uitleg schrijfexamen 3F
-instaptestje lesson-up spelling
- instructie opdracht zoek de fouten

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fase 3, niveau 2F en 3F, les 4 spelling(voorbereiding schrijfexamen)
- uitleg doelen les
- uitleg schrijfexamen 3F
-instaptestje lesson-up spelling
- instructie opdracht zoek de fouten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • herken ik de instructie van het schrijfexamen
  • weet ik de eisen van het schrijfexamen
  • ken ik de beoordelingspunten van het schrijfexamen
  • heb ik geoefend met lastige spellingskwesties en zijn de spellingsregels opgefrist
  • heb ik een tekst verbeterd en herschreven

Slide 2 - Tekstslide

Examen schrijven
Op de computer(zonder spellingscontrole)
Duurt 60 minuten
Spelling telt zwaar mee

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
We gaan kijken wat jullie nog weten...

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de briefonderdelen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
(afzender)Kelly Wagemakers
Wilhelminasingel 33
4817 JX Breda
(geadresseerde)Stichting Projecthulp Suriname
Postbus 28
3000 AX Amersfoort

(dagtekening)Breda, 1 februari 2024
Geachte heer / mevrouw,
Betreft: stageplaats bij het project Dierenbescherming
Inhoud van de brief met:
- Inleiding
- Middenstuk
- Slot
Met vriendelijke groet,

Kelly Wagemakers
Bijlage: curriculum vitae

Slide 5 - Sleepvraag

Eerste eis voor het examen
  • Je moet meerdere tekstsoorten kunnen schrijven

Slide 6 - Tekstslide

Welke tekstsoorten moet je kunnen schrijven?

Slide 7 - Woordweb

Je probeert de lezer te overtuigen van jouw standpunt. 
je beschrijft nauwkeurig wat je gezien, gedaan of besproken hebt
Formele schriftelijke tekst om te informeren
Een korte tekst met een mededeling of een voorstel 
Memo
Zakelijke brief of e-mail
Verslag
Betogend stuk/artikel

Slide 8 - Sleepvraag

Tweede eis
  • Je Nederlands is correct: zonder correct Nederlands is het moeilijk om een voldoende te halen.

Slide 9 - Tekstslide

Taalverzorging
  • Interpunctie(wat is dat?)
  •  Spelling/Grammatica
  • Formeel/informeel

Slide 10 - Tekstslide

Zoek de fout

Slide 11 - Tekstslide

Zoek de fout

Slide 12 - Tekstslide

Zoek de fout

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken van het examen
  • 2 of 3 schrijfopdrachten
  • brief, e-mail, verslag, formulier, kort bericht, memo, betoog, artikel
  • 60 minuten

Slide 14 - Tekstslide

Wat is juist?
A
van tevoren
B
vantevoren
C
van te voren
D
van te voor

Slide 15 - Quizvraag

Reden
Deze vaste combinatie wordt als twee woorden geschreven. 

Slide 16 - Tekstslide

Zij ...........vaak via internet
A
scrabblet
B
scrabbelt
C
scrabbeld
D
scrabbled

Slide 17 - Quizvraag

Reden 
Scrabble spelen is het Nederlands 'scrabbelen'. Ik scrabbel, hij scrabbelt, ik heb gescrabbeld. 

Slide 18 - Tekstslide

Hiervoor moeten wij.....bij een deskundige.
A
ter rade gaan
B
te rade gaan
C
ter raden gaan
D
te raad gaan

Slide 19 - Quizvraag

Reden 
'Te rade gaan' is een vaste uitdrukking.

Slide 20 - Tekstslide

Ik ben geen crimineel die oude dametjes........
A
berooft
B
beroof
C
beroofd
D
beroofed

Slide 21 - Quizvraag

Reden 
Het woord 'berooft' hoort bij de hoofdpersoon van het tweede deel van de zin (die) en verandert als je er meervoud van maakt: criminelen die dametjes beroven. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze speelgoedafdeling is een ...voor spelletjesliefhebbers.
A
walhalla
B
walhallah
C
wallhalla
D
walhallah

Slide 23 - Quizvraag

Reden 
In het Germaanse mythologie is walhalla het paradijs van gesneuvelde helden. 
In figuurlijke zin ( het hoogst bereikbare)

Slide 24 - Tekstslide

Ik heb meer schulden.........
A
als jou
B
als jij
C
dan jou
D
dan jij

Slide 25 - Quizvraag

Reden 
Het juiste antwoord is 'dan jij'. Dat zie je als je de zin aanvult met woorden uit het eerste deel: ik heb meer schulden dan jij (hebt). Bij 'meer' hoort 'dan'. 

Slide 26 - Tekstslide

Welke zin is goed geschreven?
A
Karel is naar Utrecht verhuist
B
Karel is naar Utrecht verhuisd

Slide 27 - Quizvraag

Reden
Deze zit staat in de voltooide, verleden tijd

Slide 28 - Tekstslide

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief(de dagtekening)
A
Rotterdam 2 november 2024
B
Rotterdam, 2 November 2024
C
Rotterdam, 2 november 2024
D
Rotterdam, 2-11-2024

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
arbeids overeenkomst
B
arbeidsovereenkomst
C
arbeids-overeenkomst

Slide 30 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
de heer Van der Wal
B
de Heer van der Wal
C
de heer Van Der Wal
D
De heer Van der wal

Slide 31 - Quizvraag

Reden
heer en mevrouw zijn aanspreekvormen en geen namen. Deze moeten dus nooit met een hoofdletter. Na deze aanspreekvorm schrijf je altijd een hoofdletter!

Slide 32 - Tekstslide

Aan het werk met artikel met fouten
1) pak het artikel erbij dat in Teams staat bij deze les (bij algemeen in de berichten)
2) Ga in tweetallen op zoek naar de fouten, denk hierbij aan: alinea's, titel, tussenkopjes, interpunctie, hoofdletters, aaneenschrijven, d's en t's; 

 3) schrijf de woorden op die een fout bevatten, of schrijf het woord op waar bijvoorbeeld een komma voor of na moet, of een punt of dubbele punt achter moet.

Slide 33 - Tekstslide

Samen de tekst nakijken, wat kan anders?
De rode woorden missen een hoofdletter, of moeten juist geen hoofdletter of bevatten een andere spellingsfout
Hallo mijn naam is …………………… Begin hier met een titel en een witregel

ik(start nooit met 'ik')  ben 20 jaar oud en werk al 5(schrijf cijfers tot 20 uit) jaar bij dit geweldige restaurant in Rijssen. Mijn hobby's naast werk zijn voetballen en uitgaan met vrienden. Voetbal is ook mijn sport en ik kan dit goed combineren met mijn werk, omdat ik met de baas heb afgesproken dat ik na mijn wedstrijden op Zaterdag zo snel mogelijk na het restaurant kom om te beginnen met werken. NIEUWE ALINEA wij werken op zaterdag meestal tot negen uur (KOMMA) dan gaan we dicht maar dan moeten we meestal nog een klein half uur schoonmaken.na het werk kan ik altijd nog veel doen met vrienden (KOMMA)omdat wij meestal om half 10 klaar zijn met werk. Doordat(OMDAT) ik zo'n 15 uur in de week maan en dat verdeel over drie dagen(KOMMA) heb ik in het weekend genoeg geld om zaterdag’s(ZATERDAGS) lekker van te gaan stappen(INFORMELE TAAL, MOET FORMELER)

Slide 34 - Tekstslide

NIEUWE ALINEA Ik werk in de bediening (KOMMA)dus mijn taken als ober zijn(DUBBELE PUNT VOOR EEN OPSOMMING) mensen voor zijn(VOORZIEN)  van drinken en het eten brengen. Ook neem ik de bestelling op van de klanten en geef ik deze aan de keuken. Ik vindt(VIND) dit super werk(TE INFORMEEL) om te doen (KOMMA)want je bent de hele avond bezig met mensen helpen. je zorgt dat hun eten op de juiste tafel komt en dat jou(JOUW) klanten het naar hun zin hebben.NIEUWE ALINEA  Ik vind het werken met het team wat(DAT) wij hebben (KOMMA) staan achter de bar en in de keuken een super team, dit maakt het werk nog veel leuker een gezelliger. En wat je bij ons ook kan doen zijn de schillen van de pinda's die altijd op tafel staan gewoon op de grond gooien. Dit is niet alleen leuk voor klanten(KOMMA) maar ook voor ons als werknemers. NIEUWE ALINEA Vindt(VIND) jij dit verhaal nou interessant (VRAAGTEKEN) bel dan even snel naar ons restaurant voor jouwn super baan(1 WOORD) bij Smull Wull. 

Slide 35 - Tekstslide