4.5 Waarin een klein land groot kan zijn

Waarin een klein land groot kan zijn
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Waarin een klein land groot kan zijn

Slide 1 - Tekstslide

Beroepsbevolking 

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel inwoners had Nederland in 1900?
A
2 miljoen
B
3 miljoen
C
4 miljoen
D
5 miljoen

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel inwoners heeft Nederland in 2020?
A
16,5 miljoen
B
16,9 miljoen
C
17,1 miljoen
D
17,4 miljoen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe groot is de beroepsbevolking in Nederland?
A
4 miljoen
B
10 miljoen
C
13 miljoen
D
16 miljoen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat was in 1900 de belangrijkste beroepsgroep?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel % van de beroepsbevolking werkte in de primaire sector in 1900?
A
20%
B
30%
C
40%
D
50%

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is de kledingindustrie uit Nederland verdwenen?

Slide 11 - Open vraag

Arbeidsintensief - lagelonenlanden

Slide 12 - Tekstslide

Dit is arbeids ............ werk.
A
intensief
B
extensief

Slide 13 - Quizvraag

Dit is arbeids ........... werk
A
intensief
B
extensief

Slide 14 - Quizvraag

arbeidsextensief - kapitaalintensief
Mechanisatie

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is er in Indonesië redelijk weinig mechanisatie?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

In wat voor soort landen worden smartphones gemaakt?
A
Centrum
B
Semi-periferie
C
periferie

Slide 19 - Quizvraag

Directe werkgelegenheid
10.000
Indirecte werkgelegenheid
30.000

Slide 20 - Tekstslide

Verschillen in Nederland

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de minst welvarende gemeente van Nederland?
A
Rotterdam
B
Pekela
C
Kerkrade
D
Amsterdam

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de meest welvarende gemeente van Nederland?
A
Hilvarenbeek
B
Rozendaal
C
Laren
D
Oirschot

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Bruto nationaal geluk
1. Denemarken
2. IJsland
3. Nederland

Slide 25 - Tekstslide

Bruto nationaal geluk
Wat is de positie van de USA?
A
4
B
14
C
24
D
34

Slide 26 - Quizvraag

Handelsbalans

Slide 27 - Tekstslide

De handelsbalans van Nederland is ......
A
Positief
B
Negatief

Slide 28 - Quizvraag

De handelsbalans van een periferie land is meestal ....
A
positief
B
negatief

Slide 29 - Quizvraag

Te doen:
Nakijken par. 1 t/m 4

Huiswerk: 
H4 par. 5 opdr. 2, 3 en 5

Klaar? 
Lezen par. 6 en maken opdr. 1, 2, 6 en 7

Slide 30 - Tekstslide