In de kern vertel je meer over de deelonderwerpen. In de kern kun je ook details noemen.
Opdracht: kies steeds één van je deelonderwerpen.
1. Ga op zoek naar informatie. Denk aan w-vragen: wie, wat, waar, wanneer?
2. Besteed één kopje of alinea aan het deelonderwerp.
3. Extra: een plaatje en de prijs.
4. Kies het volgende deelonderwerp. Begin weer bij 1.