T3b verslag schrijven 1.4

3Gt2 - H4 Verslag 
Zoals je weet ga je een verslag schrijven!
Gelukkig mag je zelf een onderwerp kiezen.

Volg de stappen in deze LessonUp en je kunt volgende week je verslag inleveren! 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3Gt2 - H4 Verslag 
Zoals je weet ga je een verslag schrijven!
Gelukkig mag je zelf een onderwerp kiezen.

Volg de stappen in deze LessonUp en je kunt volgende week je verslag inleveren! 

Slide 1 - Tekstslide

Verslag schrijven
Je mag op je laptop werken! Je typt je voorbereiding en je verslag in Word en levert het uiteindelijk op Magister en in een snelhechter in. 

Je werkt met een schrijfplan.
In de volgende dia staat het schrijfplan, daarna kun je de stappen volgen.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfplan
Een schrijfplan is eigenlijk een stappenplan om een tekst te schrijven. Het ziet er zo uit:
1. Oriënteren
2. Verkennen
3. Uitvoeren
4. Nakijken
5. Herschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: Oriënteren
Je bepaalt wat je schrijft, voor wie je schrijft en wat je onderwerp is.
Wat: Verslag (een informatieve tekst)
Voor wie: Je klasgenoten

Onderwerp (kies zelf): 
- Iets uit de actualiteit (dus iets wat nu in het nieuws is)
- Een maatschappelijk probleem of een maatschappelijke organisatie.

Meld je onderwerp zo snel mogelijk aan mij. Als het niet goed is, kan ik je nog helpen! 

Slide 4 - Tekstslide

Tips bij stap 1: Oriënteren
Zoek verschillende nieuwssites op:
ad.nl
nu.nl
nos.nl
telegraaf.nl
Kijk het (jeugd)journaal terug
Vraag jezelf welk onderwerp je interessant vindt, wat je aanspreekt!

Slide 5 - Tekstslide

mogelijke onderwerpen

Slide 6 - Woordweb

Stap 2: Voorbereiden (deel 1)
Je gaat op onderzoek uit!
- Bedenk minimaal 5W+1H-vragen over je onderwerp. Als je veel vragen hebt, kun je namelijk veel bespreken in je verslag!
-  Om de vragen te beantwoorden gebruik je minimaal drie artikelen uit kranten of tijdschriften. 
- Je print deze krantenartikelen/tijdschriften.
- Je mag elkaar helpen bij het bedenken van de vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: Voorbereiden (deel 2)
- Maak op basis van je vragen deelonderwerpen.
- Zet de deelonderwerpen in een logische volgorde.

Tip: Kijk goed welke vragen bij elkaar passen. Die gaan vast over hetzelfde onderwerp en kunnen dus samen een alinea vormen!

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3: Uitvoeren
Je gaat een eerste versie van je verslag schrijven.
Aandachtspunten:
- Je verslag heeft een inleiding, kern en slot
- Je gebruikt signaalwoorden (ten eerste, ten tweede, daarnaast, maar, daarom, et cetera. Zie ook blz. 98 in je boek)
- Je verslag heeft (uiteindelijk) minimaal 150 woorden
- Het publiek is je klas, dus je schrijft het voor je klasgenoten

Tip: De inleiding is het moeilijkst, die kun je beter als laatste schrijven! Dan weet je wat in de rest van je tekst staat.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 4: Nakijken
  • Volgende week heb je je verslag bij je. 
  • In groepjes ga je elkaars verslag dan bekijken. 
  • Hiervoor gebruiken we het beoordelingsformulier van bladzijde 51 uit je boek. 

Slide 10 - Tekstslide

Herschrijven
  • Je kunt je verslag na het nakijken nog verbeteren, daarna lever je je definitieve versie in op Magister en in een snelhechter



Slide 11 - Tekstslide

Les 1 
onderwerp bedenken 
3 goede bronnen selecteren 
beginnen met de 5w + 1h vraag 

Slide 12 - Tekstslide

les 2 
Schrijf op basis van je vragen een aantal deelonderwerpen op. In deze les ga je de deelonderwerpen verder uitwerken. Zorg voor de juiste bronvermelding! (minimaal 3 keer). 

Slide 13 - Tekstslide

Les 3 
Je schrijft de eerste versie van je verslag.  'Nederlands is leuk' (mevrouw Hart, 2020). 

Aandachtspunten:
- Je verslag heeft een inleiding, kern en slot
- Je gebruikt signaalwoorden (ten eerste, ten tweede, daarnaast, maar, daarom, et cetera. Zie ook blz. 196 in je boek)
- Je verslag heeft (uiteindelijk) minimaal 150 woorden
- Het publiek is je klas, dus je schrijft het voor je klasgenoten

Tip: De inleiding is het moeilijkst, die kun je beter als laatste schrijven! Dan weet je wat in de rest van je tekst staat.

Slide 14 - Tekstslide

Les 4 
Inleveren eerste versie verslag (niet voor cijfer)

Feedbackronde door klasgenoten 

Slide 15 - Tekstslide

Les 5 
Inleveren tweede versie verslag (voor cijfer) 

Slide 16 - Tekstslide