Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
GS GM3 Ind.6 Herhaling
Geschiedenis - Gemengd/Mavo 3
Herhaling
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Geschiedenis - Gemengd/Mavo 3
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet waarom de Industriële Revolutie zo’n grote verandering was voor de mensen en de economie.
Je weet waarom de Industriële Revolutie in Engeland begon.
Je weet hoe de Industriële Revolutie in Engeland verliep.
Je weet hoe de Industriële Revolutie in Nederland verliep.
Je kunt uitleggen hoe de sociale verhoudingen in Nederland tijdens de Industriële Revolutie waren.
Je kunt uitleggen hoe de sociale verhoudingen in Nederland door de Industriële Revolutie veranderden.
Je weet hoe de Nederlandse economie zich tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde.
Je weet hoe de Nederlandse economie zich na de jaren veertig van de 20 eeuw ontwikkelde.
Slide 2 - Tekstslide
Wat hoort niet bij de agrarische revolutie?
A
Schaalvergroting
B
Nieuwe gewassen
C
Mechanisering
D
Industrialisatie
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de agrarische revolutie?
A
Meer werk in de landbouw
B
Nieuwe zaden
C
Betere (kunst)mest
D
Dieren fokken
Slide 4 - Quizvraag
Waardoor kwamen er meer mensen (demografische revolutie)?
A
Betere medicijnen en kennis
B
Urbanisatie
C
Hogere sterfte
D
Veel geboortes
Slide 5 - Quizvraag
Als eerste
Als tweede
Als derde
Als vierde
Spinning Jenny
Stoommachine
Spinnewiel
Waterframe
Slide 6 - Sleepvraag
Waarom was stoomkracht handiger en beter dan waterkracht?
A
Water was overal beschikbaar
B
Je kon het altijd en overal gebruiken
C
Er waren nóg minder mensen nodig
D
De machines waren goedkoper
Slide 7 - Quizvraag
Wat houdt industrialisatie in?
A
Automatisering
B
Komst van fabrieken
C
Verstedelijking
D
Thuis produceren
Slide 8 - Quizvraag
Wat houdt huisnijverheid in?
A
Thuis grootschalig produceren
B
Thuisproductie met waterraden
C
Thuis kleinschalig produceren
D
Thuis landbouw-producten verkopen
Slide 9 - Quizvraag
Wat houdt kapitalisme in?
A
Fabrieken bouwen met machines
B
Maken van goedkope producten
C
Geld uitgeven aan producten
D
Je bezit vergroten
Slide 10 - Quizvraag
Arbeids-
omstandig-
heden
Beide
Woon-
omstandig-
heden
Geen riolering
Lage lonen
Ziektes
Geen water
Kleine ruimtes
Ongezond
Gevaarlijke machines
Lange werkdagen
Slide 11 - Sleepvraag
Waarom had Nederland een achterstand op Engeland (en België)?
A
We hadden minder machines.
B
We hielden vast aan kleinschalige productie
C
We produceerden te grootschalig.
D
We durfden niet de fuseren.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het voordeel aan ouderwetse kleinschalige productie?
A
Simpel werk
B
Meer productie dan met machines
C
Minder concurrentie
D
Hoge kwaliteit
Slide 13 - Quizvraag
Waarom waren machines/fabrieken voor sommige producten wel een succes?
A
Goedkope producten
B
Hogere kwaliteit
C
Uitdagend werk.
D
Beter salaris
Slide 14 - Quizvraag
Door samen te gaan werken stond je sterker tegenover andere bedrijven. Dit noemen we...
A
Concurrentie, want samen sta je sterker.
B
Fusie, want samen sta je sterker.
C
Concurrentie, want je probeert te winnen van je partner.
D
Fusie, want je probeert te winnen van je partner.
Slide 15 - Quizvraag
Waarom liep Nederland achter in de Industriële Revolutie? Leg uit.
Slide 16 - Open vraag
Wat is censuskiesrecht?
A
Stemrecht voor mannen
B
Stemrecht voor mensen die % belasting betalen
C
Stemrecht voor liberalen
D
Stemrecht voor mensen van 18 jaar en ouder
Slide 17 - Quizvraag
Wat was het doel van een vakbond?
A
Stakingen organiseren
B
Arbeidsomstandigh. verbeteren
C
Sociale wetten maken
D
Werkgevers verdedigen
Slide 18 - Quizvraag
Wat houdt de Sociale Kwestie in?
A
Omstandigheden arbeiders verbeteren
B
Verslechtering arbeidsomstandigh.
C
Strijd communisme en sociaaldemocraten
D
Verslechtering woonomstandigheden
Slide 19 - Quizvraag
Sociaal-democraten
Beide
Communisme
Marx
Opkomen voor arbeiders
Gelijkheid boven vrijheid
Revolutie
Sociale wetten
Parlement
Slide 20 - Sleepvraag
Welke sociale wet veranderde écht iets aan de kinderarbeid?
A
Armenwet
B
Kinderwetje van Van Houten
C
Leerplichtwet
D
Ongevallenwet
Slide 21 - Quizvraag
Het doel van een CAO is...
A
Woonomstandigh. verbeteren van arbeiders
B
Sociale wetten maken voor de arbeiders
C
Arbeidsomstandigh. één beroepsgroep verbeteren
D
Alle arbeiders helpen aan meer salaris
Slide 22 - Quizvraag
Op welke twee manieren werden de omstandigheden voor arbeiders verbeterd tijdens de Industriële Revolutie? Leg je antwoord uit.
Slide 23 - Open vraag
De Eerste Wereldoorlog was van...
A
1914-1918
B
1915-1919
C
1914-1919
D
1915-1919
Slide 24 - Quizvraag
Wat is géén gevolg voor Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog?
A
Weinig handel
B
Doden op zee
C
Schaarste
D
Betrokken in oorlog
Slide 25 - Quizvraag
Wat was de oplossing van Nederland voor de schaarste aan goederen en producten?
A
Aanpassingspolitiek
B
Distributiestelsel
C
Voedselbonnen
D
Neutraal blijven
Slide 26 - Quizvraag
De Beurskrach was in...
A
1917
B
1919
C
1929
D
1939
Slide 27 - Quizvraag
Een direct gevolg van de Beurskrach was...?
A
werkloosheid
B
de aanpassingspolitiek
C
Hitler aan de macht
D
de Tweede Wereldoorlog
Slide 28 - Quizvraag
Wat was het plan van Colijn om te voorkomen dat Nederland in de schulden zou komen?
A
Distributiestelsel
B
Aanpassingspolitiek
C
CAO's
D
Neutraal blijven
Slide 29 - Quizvraag
Wat was positiever voor de arbeiders: het distributiestelsel of de aanpassingspolitiek? Leg je antwoord uit.
Slide 30 - Open vraag
Mensen werden te werk gesteld in Duitsland.
A
Gastarbeiders
B
Distributiestelsel
C
Harmoniemodel
D
Arbeitseinsatz
Slide 31 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de wederopbouw van Nederland?
A
Marshallplan
B
Harmoniemodel
C
Geleide loonpolitiek
D
Consumptie-maatschappij
Slide 32 - Quizvraag
Wat hoort niet bij de wederopbouw van Nederland?
A
Ruilverkaveling
B
Mechanisering
C
Distributiestelsel
D
Gastarbeiders
Slide 33 - Quizvraag
Welk begrip is geen gevolg van de successen van de wederopbouw?
A
Consumptie-maatschappij
B
Gastarbeiders
C
Luxeproducten
D
Zuinig met brandstof en energie
Slide 34 - Quizvraag
NL werd een consumptie-maatschappij. Wat is geen gevolg daarvan?
A
Mechanisering en automatisering
B
Verplaatsing productie naar buitenland
C
Geleide loonpolitiek werd gestopt
D
Oliecrises
Slide 35 - Quizvraag
Eerste Wereldoorlog
(1914-1918)
Interbellum
(1918-1939)
Tweede Wereldoorlog
(1939-1945)
Wederopbouw (1945~1960)
Aanpassingspolitiek
Distributiestelsel
Geleide loonpolitiek
Beurskrach
Harmoniemodel
Arbeitseinsatz
Oliecrises
Sociale Kwestie
Slide 36 - Sleepvraag
Wat vond je van deze les? Heb je nog tips?
Slide 37 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
GS GM3 Ind.4 Werk tijdens de Tweede Wereldoorlog en wederopbouw
Oktober 2023
- Les met
27 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
GS GM3 Ind.3 Successen voor de arbeiders en crisis.
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
3 Sociale verhouding in Nederland
September 2024
- Les met
38 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
GS GM3 Ind.3 Successen voor de arbeiders en crisis.
December 2022
- Les met
40 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
3 Sociale verhouding in Nederland
September 2024
- Les met
46 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
3M paragraaf 3 deel 2
December 2022
- Les met
25 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
GS GM4 Soc.6 Herhaling
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
GS GM4 Soc.3 Wederopbouw, sociale zekerheid en welvaart
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4