H12 Toegepast rekenen

H12 Toegepast rekenen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H12 Toegepast rekenen 

Slide 1 - Tekstslide

Examen Wiskunde A
1e tijdvak: 
Dinsdag 20 mei 2025
13.30 - 16.30 uur

Hulpmiddelen: 
  • Woordenboek Nederlands 
  • Grafische Rekenmachine
  • Formuleblad (gegeven)  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Planning
  • §12.1 Breuken
  • §12.2 Absoluut en relatief
  • §12.3 Afronden 
  • §12.4 Tijden
  • §12.5 Grote en kleine hoeveelheden 

Slide 4 - Tekstslide

§12.1 Breuken 

Een deel van een hoeveelheid berekenen 
Breuken met elkaar vermenigvuldigen 

Slide 5 - Tekstslide

§12.2 Absoluut en relatief 



Relatief: 
  • Aantal ten opzichte 1 000 000
  • Percentage: hoeveelheid ten opzichte 100 
  • Promillage: hoeveelheid ten opzichte 1000
Absoluut gegeven => de werkelijke hoeveelheid 
Relatief gegeven => een verhoudingsgetal 

Slide 6 - Tekstslide

§12.2 Absoluut en relatief 



Relatief: 
  • 34 op de miljoen --> 
 
  • 2,5% --> 

  • 0,5 ‰ --> 

Absoluut gegeven => de werkelijke hoeveelheid 
Relatief gegeven => een verhoudingsgetal 
100000034
1002,5
10000,5

Slide 7 - Tekstslide

§12.3 Afronden
Afspraken over afronden 
  • Geef NIEUW en OUD in dezelfde nauwkeurigheid. 
  • Geef kleinere geldbedragen in centen nauwkeurig, dus altijd op 2 decimalen. 
  • Geef procenten in één decimaal nauwkeurig. 
  • Bij praktische problemen naar boven of naar beneden afronden. 


Slide 8 - Tekstslide

Maatsysteem 

  • Tijd, afstand en snelheid
  • Snelheden omrekenen van m/s naar km/h en andersom
  • Tijd omrekenen naar uren, minuten en seconden 

  • Lengte, oppervlakte en inhoud 
  • Wetenschappelijke notatie 

Slide 9 - Tekstslide

§12.4 Tijden
Tijd, afstand en snelheid


Je kunt altijd kruislingsvermenigvuldigen, als je 2 waardes weet. 
Of de volgende twee formules onthouden. 
                                                          
                                                          





snelheid=tijdafstand
afstand=snelheidtijd
tijd=snelheidafstand

Slide 10 - Tekstslide

§12.4 Tijden 
Snelheden omrekenen van m/s naar km/h en andersom 

m/s --> x3,6 --> km/h        6 m/s x 3,6 = 21,6 km/h 

km/h --> :3,6 --> m/s        15 km/h : 3,6 = 4,17 m/s 

Slide 11 - Tekstslide

§12.4 Tijden

Tijd omrekenen naar uren, minuten en seconden 
3:20:30 = 3 uur, 20 min. en 30 sec.


3:20:30
=3+6020+360030=3,342uur

Slide 12 - Tekstslide

Maatsysteem 
Lengte, oppervlakte en inhoud 
Maatsysteem
Lengte, oppervlakte en inhoud

Slide 13 - Tekstslide

§12.5 Grote en kleine hoeveelheden 
3200000000000=3,21012
3,0107=0,0000003

Slide 14 - Tekstslide

Minitoets 
a. Schrijf het getal 53,6 miljard in de wetenschappelijke notatie. 
b. Bereken 5,3% van 0,712 en schrijf het antwoord in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen. 
c. De kans om de hoofdprijs te winnen is 1 op de 50 miljoen. Schrijf deze kans als getal in de wetenschappelijke notatie.
d. Een kamer heeft een oppervlakte van 10,4 m2. Wat is dan de oppervlakte in cm2
e. Johan doet over een afstand van 12km 1 uur, 10 minuten en 25 seconden. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h. Rond je antwoord af op 1 decimaal. 
f. Als je 100 km/h per uur rijdt, wat is dan je snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal. 
g. Hoeveel uren, minuten en seconden is 4,12 uur? 

timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden minitoets
Vragen minitoets

Slide 16 - Tekstslide