Je mening geven

Wat gaan we doen? 
Hoe leer je voor het SE ML? 
Uitleg over je mening geven argumenteren? 
Oefenen met je mening geven en argumenteren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen? 
Hoe leer je voor het SE ML? 
Uitleg over je mening geven argumenteren? 
Oefenen met je mening geven en argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Hoe leer je voor je maatschappijleertoets? 
  1. Lees alle teksten nogmaals goed door. 
  2. Maak de opdrachten en kijk deze na. 
  3. Maak de samenvatting en begrippenlijst op blz 16 en 17  en neem deze goed door.
  4. Oefen alle begrippen/stof met Quizlet  
  5. Oefen met de VMBO-KGT oefentoetsapp. 

Slide 2 - Tekstslide

Je mening geven
  • Mening/Stelling/Argument
  • Feiten: waar of onwaar
  • Objectief of subjectief argument

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
  • Je kan je mening geven en hier goede argumenten bij geven. 
  • Je weet wat objectief en subjectief is. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een feit?

Slide 6 - Open vraag

Bijna lente!
Ik vind het zó lekker buiten!!!

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een mening?

Slide 8 - Open vraag

Mijn moeder vindt die film waardeloos.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Uitleg

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een argument?

Slide 10 - Open vraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Maatschappijleer is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Argument =
 Bewijs bij een uitspraak of stelling

Argumenten kun je herkennen aan bepaalde signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.

Slide 13 - Tekstslide

Auto gemaakt van afval





Ik vind afval scheiden belangrijk, want dan help ik mee onze wereld te beschermen.

Slide 14 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Aboutaleb moet de nieuwe minister-president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quizvraag

WANT-DUS-PROEF
Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.

Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt





Slide 16 - Tekstslide

Zakelijk en feitelijk weergeven
Subjectief is je gevoel, waardes of mening mee laten tellen in je weergave. 

Slide 17 - Tekstslide

De meeste politici zijn niet te vertrouwen, dus ik ga in de toekomst niet meer stemmen
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 18 - Quizvraag

Drogredenen
Wij kijken een uitlegfilmpje: Let goed op, daarna volgen vragen.

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
Drogreden: de onjuiste oorzaakgevolgrelatie
B
Drogreden: de verkeerde vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
A
Drogreden: de overhaaste generalisatie
B
Drogreden: de verkeerde vergelijking

Slide 22 - Quizvraag

Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
Drogreden: de persoonlijke aanval
B
Drogreden: de cirkelredenering

Slide 23 - Quizvraag

Even snel oefenen! 
Bladzijde 14 en 15 
Maak opgave 1 en opgave 3
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Je mening geven...
Maak groepjes van maximaal 4 personen. Iedereen mag twee stellingen komen uitzoeken en over die stellingen ga je met elkaar in gesprek.

Let op: Gebruik de regels voor je mening geven. Dus baseer je op feiten, geef argumenten en bedenkt wat 'de waarde' is die bij iemands mening past. 

Ben je toehoorder? Wijs een ander op de 'regels' en LUISTER naar elkaar...
timer
30:00

Slide 26 - Tekstslide