VK met pek en veren.. argumenteren

Argumenteren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren

Slide 1 - Tekstslide

Fijne vakantie gehad?
Wat gaan we doen? waarom? Hoe dan?
Pak (zie TEAMS chat) het artikel van Ibtihal Jadib erbij.

Slide 2 - Tekstslide

Morgen de D-toets.
Even opfrissen.
Lees nu eerst het artikel. Voor degenen die dat fijn vinden: ik lees het ook voor.
column VK

Slide 3 - Tekstslide

Alinea 2
Hoe zou haar stelling luiden?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zou haar stelling luiden?
A
Het is prima dat zowel het OM als de rechtspraak fors hogere straffen hanteert...komt.
B
Geweld tegen hulpverleners is volstrekt onacceptabel.

Slide 5 - Quizvraag

WANT-DUS-PROEF
Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.

Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt





Slide 6 - Tekstslide

Welke signaalwoorden horen bij een argument?
A
Immers, namelijk, want en daarom
B
Omdat, opdat, want en toch
C
Want, aangezien, namelijk, immers en omdat
D
want, om-te, immers en zo

Slide 7 - Quizvraag

Geweld tegen hulpverleners
......Dat was de wetgever toch te min......

Zoek het er even bij.






Slide 8 - Tekstslide

Toch... is een signaalwoord dat een
A
uitleg aangeeft
B
een tegenstelling aangeeft
C
dat er een uitleg komt

Slide 9 - Quizvraag


WAT IS DAN DE TEGENSTELLING?
A
Enkelaar-verdubbelaar
B
KLEINE STRAF-FORSE STRAF
C
FORSE STRAF -is NOG TE WEINIG
D
hULPVERLENER-WETGEVER

Slide 10 - Quizvraag

Blokjesschema...

Slide 11 - Tekstslide

(ik vind) Het eigenaardige aan .......voor argumenten.
Zet deze stelling en de argumentatie in een blokjesschema.

Slide 12 - Open vraag

Terwijl, het maakt nogal uit of iemand met.............op werkt.

Slide 13 - Tekstslide

Formuleer haar mening!
Begin met en gebruik dat en want!
Zij vindt het een..............dat........ want.......

Slide 14 - Open vraag

Wat is het voornaamste schrijfdoel van deze tekst?
A
Overtuigen dat Dekker Oost-Indisch doof is
B
Prikkelen, activeren want het is een column
C
Informeren

Slide 15 - Quizvraag

Argumenteren.
Nu zelf verder!
Maak de oefentoets!
Kijk op ITS!!! :)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide