H2L16 - 1VMA - Dinsdag 9 januari - 3.1 Fictie

Welkom 1VMA
 : )

Planning van uur 
  • Stillezen (10 minuten)
  • Uitleg fictie 
  • Zelfstandig werken


Aan het einde van deze les
  • weet je wat iemands karakter is;
  • weet je weer wat een personage is;
  • weet je wat karakterontwikkeling is bij een personage. 


timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: profiel (vrijdag 16 februari)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1VMA
 : )

Planning van uur 
  • Stillezen (10 minuten)
  • Uitleg fictie 
  • Zelfstandig werken


Aan het einde van deze les
  • weet je wat iemands karakter is;
  • weet je weer wat een personage is;
  • weet je wat karakterontwikkeling is bij een personage. 


timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: profiel (vrijdag 16 februari)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 20 en 21 van 2.7 Grammatica)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is iemands 'karakter'?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Karakter
Eigenschappen van een persoon die moeilijk te veranderen zijn

Voorbeelden: 
Vrolijk, bazig, huiselijk, vrijgevig, zorgzaam, trouw, verantwoordelijk, losjes, netjes,  gevoelig, speels, somber, zachtaardig, eigenwijs

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het karakter van
Dagobert Duck?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verandert het karakter van Dagobert Duck door de stripverhalen heen?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Karakterontwikkeling
  • als een personage in een verhaal verandert
  • vaak alleen de hoofdpersoon, soms niemand

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlezen
Wat
Luister naar het verhaal 
Hoe
Individueel 
Tijd
Ongeveer 10 minuten
Uitkomst
Over dit verhaal ga je straks opdrachten maken 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerken
Wat
Vertel aan jouw klasgenoot wat het karakter is van de hoofdpersoon van jouw boek. Wissel na een halve minuut van rol. 
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
Ik vraag straks willekeurig drie leerlingen te vertellen wat het karakter is van de hoofdpersoon van hun boek. 
Klaar
Lees in je leesboek
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


Tips: 
Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

Samenwerken
Wat
Vertel aan jouw klasgenoot of het karakter van jouw hoofdpersoon is veranderd in het boek of dat het hetzelfde is gebleven. Wissel na één minuut van rol.
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
Ik vraag straks willekeurig drie leerlingen te vertellen. 
Klaar
Lees in je leesboek
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


Tips: 
Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

Profielopdracht: karakterontwikkeling



  • Bladzijde 2 van het profiel
  • Je schrijft alsof jij de hoofdpersoon bent die een bericht op social media plaatst
  • Je schrijft over een een verandering die de hoofdpersoon heeft meegemaakt 
  • Beschrijf eerst de situatie warin de hoofdpersoon zich bevond
  • Hoe vond hij of zij het om te veranderen?
  • Welke gevoelens had hij of zij daarbij?
  • Kies een uitspraak van de hoofdpersoon die je uit het boek overtypt

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individueel werken
Wat
Werk aan de opdracht van bladzijde 2 van de profielopdracht. 
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
Ik vraag straks willekeurig één leerling te vertellen. 
Klaar
Lees in een leesboek
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


Tips: 
Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

Samenvatting van de les
Jij
  • weet wat iemands karakter is;
  • weet weer wat een personage is;
  • weet wat karakterontwikkeling is bij een personage. 

Huiswerk
  • Maak opdracht 7 t/m 10 van 3.1 Fictie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies