H1.6 Oefenen met propaganda

H1.6 Oefenen met propaganda

Opdrachten 1 t/m 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.6 Oefenen met propaganda

Opdrachten 1 t/m 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat is propaganda?
Wat kunnen de gevolgen zijn van propaganda?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is propaganda?
Propaganda (= soort reclame) probeert emoties op te wekken die het kritisch denken omzeilen. Door propaganda kritisch te analyseren, kan je beter verstandige beslissingen maken over de ideeën en informatie die gepresenteerd worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is propaganda?
Propaganda kan gunstig of schadelijk zijn, en kan waarheid, halve waarheden of leugens
gebruiken. Om zijn doel te bereiken doet propaganda beroep op onze diepste waarden, angsten, hoop en dromen.
Welke vragen kun je stellen om een propagandabericht te analyseren?  

Slide 4 - Tekstslide

Propaganda herkennen
Propaganda verschijnt in verschillende vormen en gebruik wijdverspreide - en succesvolle - technieken om mensen te beïnvloeden, waaronder:

  • Sterke emoties opwekken
  • Inspelen op noden en waarden van het publiek
  • Informatie en ideeën vereenvoudigen
  • Tegenstanders aanvallen

Slide 5 - Tekstslide

Beoordelen van propaganda
Rekening houden met de volgende factoren:


  • Boodschap: De informatie en ideeën die worden uitgedrukt.
  • Technieken: Het gebruik van symbolen en retorische strategieën die de aandacht trekken en een emotionele respons opwekken.
  • Omgeving en context: Waar, wanneer en hoe mensen de boodschap tegenkomen.
  • Communicatiemiddelen: Hoe de boodschap bij mensen terecht komt en in welke vorm.
  • Publieksontvangst: Hoe mensen denken over en zich voelen bij het bericht en hoe vrij ze zijn om het te aanvaarden of af te wijzen.

Slide 6 - Tekstslide

Negatieve kanten van propaganda
Propaganda kan feiten verdraaien, leugens verspreiden of belangrijke informatie verbergen om mensen te beïnvloeden. Het kan ook groepen tegen elkaar opzetten door vijanden te creëren en tegenstanders zwart te maken. Dictaturen gebruiken het vaak om kritiek te onderdrukken en mensen bang te maken.

Slide 7 - Tekstslide

Positieve kanten van propaganda
Propaganda kan dus ook voor goede doelen worden gebruikt, zoals campagnes voor gezondheid, het milieu of verkeersveiligheid. 
In crisistijden, zoals oorlogen of rampen, kan propaganda mensen samenbrengen en motiveren om in actie te komen voor een gemeenschappelijk doel.

Slide 8 - Tekstslide

Vragen?
Welke kun je stellen bij het zien van een bron, reclame of journaal-bericht?

Slide 9 - Tekstslide

Luciferdoosje
'Kekoeatan Asia' (Aziatische kracht). Japanse propaganda afbeelding op een luciferdoosje, verspreid tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.
- 1942: Japan bezet Nederlands-Indië
- Japanse overwinning bevordert Indonesisch nationalisme
- Soekarno werkt samen met Japanse bezetter
- Japan houdt het bestuur in Indonesië in eigen hand
- (Indo-)Europeanen worden geïnterneerd (Jappenkampen)
Voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1
Wat is de juiste omschrijving van de term ‘propaganda’?
A Berichten die onjuiste informatie geven.
B Berichten waarin het eigen land als het beste wordt beschreven.
C Berichten waarin mensen hun eigen mening geven.
D Berichten waarmee mensen overtuigd moeten worden.
  • Antwoord A

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
STAP 1 Door wie en voor wie?
Lees het bronbijschrift. Lees de bron of kijk naar de afbeelding. Wie heeft deze bron gemaakt en voor welke groep is de bron gemaakt?
Het affiche is gemaakt door Indonesië / JapanNederland.
Het affiche is gemaakt voor IndonesiërsJapanners / Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2
STAP 2 De boodschap. Propaganda heeft altijd een boodschap. Welke
boodschap wil de maker van deze bron geven? Hoe zie je dat in de tekst of op de afbeelding?
De tekst zegt: ‘Laat zowel volwassenen
als kinderen Japans spreken, de taal
van Groot Oost-Azië!’
Ik zie op de afbeelding een kind met
Japanse vlaggen op zijn uniform.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2
STAP 3 Koppelen. 
Vergelijk de beeldbron met je kennis uit de leertekst. Wat weet je over de periode waarin de bron is gemaakt? Hoe was de situatie op dat moment? Waarom wilden de makers deze boodschap geven?


De poster is gemaakt in toen Japan Indonesië had bezet / zich uit Indonesië moest terugtrekken. Japan wilde dat Indonesië onafhankelijk zou worden / onderdeel zou worden van het Japanse Rijk.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2
STAP 4 Begrijpen
Je kunt alle informatie die je hebt verzameld nu
gebruiken om te bewijzen dat deze bron een
voorbeeld is van propaganda.

Deze bron is een voorbeeld van propaganda, want hij is gemaakt door de Japanse overheid om een idee te verspreiden onder Indonesiërs, namelijk het idee dat Indonesiërs Japans zouden moeten spreken. Dat idee past bij het doel om Indonesië aan te passen aan de Japanse cultuur.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3
Gebruik bron 2.
STAP 1 Voor wie en door wie?
Het affiche is gemaakt door Indonesië / Japan / Nederland.
Het affiche is gemaakt voor Indonesiërs / Japanners / Nederlanders.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3
STAP 2 De boodschap
De tekst zegt: ‘Holland en Indië horen bij elkaar’ en ‘Wat eeuwen verbonden, zal de Jap niet scheiden’.
Ik zie op de afbeelding een Nederlandse
man en een inheemse vrouw die
handen vasthouden; een zandloper.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3
STAP 3 Koppelen
De poster is gemaakt in 1945. Indonesië
was al eeuwenlang bezet geweest door JapanNederland. In 1942 maakte Japan Indonesië onafhankelijk / nam Japan in Indonesië de macht over. Na 1945 wilde Indonesië bij Nederland
horen / Nederland Indonesië weer terug.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3
STAP 4 Begrijpen
Deze bron is propaganda, want hij is gemaakt door de Nederlandse overheid om een idee te verspreiden onder Nederlanders, namelijk het idee dat Nederland en Indonesië verbonden zijn. Dat idee past bij het doel om
Indonesië weer een Nederlandse kolonie te maken.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

H1.7 | examenopdrachten (blz. 40 - 43)
opdrachten 1 t/m 15

Slide 20 - Tekstslide