Signaalwoorden en tekstverbanden
Tekstverband: VERGELIJKING
A
NET ALS
B
KORTOM
C
ALS
D
WAARMEE
1 / 10
Onderdelen in deze les
Tekstverband: VERGELIJKING
A
NET ALS
B
KORTOM
C
ALS
D
WAARMEE
Slide 1 - Quizvraag
Tekstverband: SAMENVATTING
A
hierdoor
B
concluderend
C
om
D
kortom
Slide 2 - Quizvraag
Tekstverband: UITLEG OF TOELICHTING
A
zoals
B
samenvattend
C
met andere woorden
D
tenzij
Slide 3 - Quizvraag
Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om
C
zo
D
omdat
Slide 4 - Quizvraag
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 5 - Quizvraag
Tekstverband: UITSPRAAK-VOORBEELD
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo
Slide 6 - Quizvraag
Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling
Slide 7 - Quizvraag
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals
Slide 8 - Quizvraag
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar
Slide 9 - Quizvraag
Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen
