Kapitel 2 Lektion 2C

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in Telefontasche
  • Schulsachen auf dem Tisch
  • (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Handy in Telefontasche
  • Schulsachen auf dem Tisch
  • (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Vokabeln üben 5
- Video schauen 10
- lesen 25
- evaluieren 5

Slide 2 - Tekstslide

Kapitel 2 : Köln
Köln, Mode, Kleidung, Taschengeld 

Aan het einde van deze les kan ik:
-vragen beantwoorden bij een video over kleding
-een tekst begrijpen over zakgeld










Slide 3 - Tekstslide

Weißt du es noch?

Welk geslacht hebben de volgende woorden?
Winter, Hose, Montag, Leherin, Brüder

Hoe spreek je deze woorden uit?
Schulsachen, sogar, dreißig, zum

Hoe spreek je dit getal uit?
3456

Vokabeln Lektion 1+2





Slide 4 - Tekstslide

die Shorts
das Kleid
der Rock
die Jeans
die Hose
das Hemd
der Anzug
der Pullover
der Mantel
die Jacke
die Bluse

Slide 5 - Sleepvraag

10

Slide 6 - Video

Text lesen: Taschengeld nur für euch!
Lies den Text und mach die Aufgaben

Extra Aufgabe:
1. In de tekst worden verschillende dingen genoemd die je met je zakgeld kunt kopen/doen. Noem er tenminste 5.
2. In de tekst wordt gesproken over iets dat niet eerlijk is, leg uit waarover dat gaat.
3. Zijn de stellingen ‘richtig’ of ‘falsch’?
- Volgens het artikel raadt de regering aan kinderen vanaf 8 jaar één keer per maand zakgeld te geven…………………………………………………….
- Volgens het artikel zouden schoolspullen en eten ook van eigen zakgeld betaald moeten worden…………………………………………………………..
- Volgens het artikel moeten ouders zich er niet mee bemoeien hoe het zakgeld wordt uitgegeven





timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

00:30
Menschen in anderen Ländern denken, dass deutsche Männer gerne Lederhosen tragen
A
Richtig
B
Falsch

Slide 8 - Quizvraag

00:36
Hoeveel kledingstukken heeft de gemiddelde Duitser in zijn/haar kast?
A
50
B
100
C
75
D
200

Slide 9 - Quizvraag

00:40
Die Deutschen tragen gerne praktische Kleidung
A
Richtig
B
Falsch

Slide 10 - Quizvraag

01:20
Viele Menschen gehen
mindestens einmal pro Woche shoppen
A
Richtig
B
Falsch

Slide 11 - Quizvraag

01:47
Was sind 'Farben' ?

Slide 12 - Open vraag

02:04
Welche Farbe hat das typische deutsche Kleidungsstück für Frauen?
A
schwarz
B
blau
C
weiß
D
grau

Slide 13 - Quizvraag

03:00
De kleding die je aantrekt is afhankelijk van je beroep
A
Richtig
B
Falsch

Slide 14 - Quizvraag

03:27
David mist volgens de verkoper in zijn outfit een 'Krawatte', wat is dit?
A
een blousekraag
B
manchetknopen
C
een stropdas
D
een passende riem

Slide 15 - Quizvraag

03:57
Nina trägt ein altrosa Kleid.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quizvraag

04:10
Een donker pak is professioneel
A
Richtig
B
Falsch

Slide 17 - Quizvraag

Nächste Stunde
Lektion 3 




Müll bitte ins Mülleimer werfen
Warten bis es klingelt
Stuhl unter den Tisch stellen
Danke schön !


Slide 18 - Tekstslide

Lesen L4 Aufgabe 6+7 Fast Fashion

Waar gaat de tekst over, denk je?
Onderstreep in de tekst waar je je antwoorden hebt gevonden!
Onderstreep de signaalwoorden (Aufgabe 7)

Kurz nachbesprechen


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Was?
L4 Aufgabe 1,2,3
S. 69/70
Wie? 
im Buch / online
alleine oder zu zweit
Wie lange? 
15 Min
Hilfe (hulp)?
Lernbox 1-4
S. 92,93
Fertig (klaar)? 


https://lingua.com/nl/duits/lezen/farben/
https://lingua.com/nl/duits/lezen/kleidung/
plak de link in je browser
Hausaufgaben
L4 Aufgabe 1,2,3
lernen Wörter L3+4
Selbstständig an die Arbeit!
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide