selectieve migratie van hogere inkomensgroepen uit de stad
ontstaan van slaapsteden
1 / 22
volgende
Slide 1: Sleepvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
aanleg Vinex-wijken
vergroten sociale cohesie
industrialisatie
selectieve migratie van hogere inkomensgroepen uit de stad
ontstaan van slaapsteden
Slide 1 - Sleepvraag
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Veel diepte-erosie
Zand en klei
Transport
Sedimentatie
Keien, stenen, grind
Grind, zand en klei
Smalle rivier
Brede rivier
Breedste rivier
Slide 2 - Sleepvraag
Sleep de namen van de klimaten naar de juiste klimaatgrafieken:
Poolklimaat
Landklimaat
Gematigd zeeklimaat
Woestijnklimaat
Tropisch klimaat
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is een agglomeratie?
A
Dorp dat uitgroeit tot stad
B
een groot stedelijk gebied
C
een stad waar mensen wegtrekken
D
Stad met daaraan vastgegroeide randgemeenten
Slide 4 - Quizvraag
Klimaatverandering vergroot het overstromingsgevaar langs de grote rivieren. Dit komt onder andere door een grotere toestroom van gletsjerwater en doordat de jaarlijkse hoeveelheid neerslag toeneemt. Geef nog twee manieren waarop door klimaatverandering het overstromingsgevaar groter wordt.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, eerste tijdvak
Slide 5 - Open vraag
De Zandmaas (zie de bron) heet zo omdat de bedding van de rivier uit zand bestaat. Stroomopwaarts van de Zandmaas ligt de Grindmaas, waar de bedding vooral bestaat uit grind. Leg uit dat het grind stroomopwaarts van het zand ligt. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
De volgende vragen komen uit het examen 2017, tweede tijdvak
Slide 6 - Open vraag
Hoogwater in de Rijn komt vrijwel uitsluitend in de winter voor. In de zomer komt hoogwater in de Rijn vrijwel nooit voor. Geef twee oorzaken waardoor in de zomer vrijwel nooit hoogwater in de Rijn voorkomt.
De volgende vragen komen uit het examen 2017, eerste tijdvak
Slide 7 - Open vraag
De IJssel is een aftakking van de Rijn die water uit het stroomgebied van deze rivier afvoert. Geef aan − waardoor het debiet van de IJssel het hoogst is in de winter; − waardoor het regiem van de IJssel regelmatiger is dan dat van de Maas.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, tweede tijdvak
Slide 8 - Open vraag
Rurale-urbane migratie is
A
trek van de stad naar het platteland
B
van grote stad naar middelgrote stad
C
van stad naar het buitenland
D
van platteland naar stad.
Slide 9 - Quizvraag
Na 1870 trokken mensen van het platteland naar naar de stad. Waarom trokken de mensen naar de stad?
A
urbanisatie
B
verstedelijking
C
agglomeraties
D
industrialisatie
Slide 10 - Quizvraag
Andere kenmerken (buurtprofiel)?
Slide 11 - Tekstslide
Leefbaarheid van wijken gaat over woningkenmerken en bewonerskenmerken. Wat is een woningkenmerk?
A
goede sociale cohesie
B
veel niet-Nederlanders
C
veel grote huishoudens
D
veel huurwoningen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het doel van (het idee van) de creatieve stad?
A
meer kunst is goed voor de mensen in de stad
B
een stad met minstens 1 kunstacademie
C
de creatieve stad is een economische motor
D
een stad die de wijken origineel verbetert
Slide 13 - Quizvraag
Een stad waar slimme technologie centraal staat heet
A
Creatieve stad
B
smart city
C
duurzame stad
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van de uitgangspunten van de compacte stad?
A
Het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad
B
Veel hoogbouw in de stad
C
De stedelijke ruimte zo goed mogelijk gebruiken
D
Het opvullen van open plekken
Slide 15 - Quizvraag
Wat is suburbanisatie?
A
Het verhuizen naar de stad
B
Verhuizen uit de stad naar het omringende platteland
C
Het verhuizen binnen de stad
D
het verhuizen naar je werkplek
Slide 16 - Quizvraag
Stad
Agglomeratie
Stedelijk gebied
Stadsgewest
Suburbanisatie
Urbanisatie
Netwerkstad
Slide 17 - Sleepvraag
Gebouwd rondrond 1960. Nederland in de 2/3e bevolkingsexplosie
Oudste deel van de stad, dat is gebouwd in de middeleeuwen.
De woningwet werd ingevoerd. Huizen moesten beter en comfortabeler
Hier woonde vroeger de mensen die werkte in de fabrieken.