3.1 Arm en rijk binnen steden

3.1 Arm en rijk binnen steden
'Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden en hoe hangen ze met elkaar samen?'
Mavo 3 - Heusinkveld
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.1 Arm en rijk binnen steden
'Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden en hoe hangen ze met elkaar samen?'
Mavo 3 - Heusinkveld

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen (5 min)
Uitleg (20 min)
Aan de slag! (25 min)
Evalueren (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de omstandigheden in de tijd waarin wijken zijn gebouwd, te maken hebben met de welvaart van de bewoners in de wijk nu.
  • Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
  • Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan de bebouwingsdichtheid en de voorzieningen in een wijk.
  • Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
  • Je kunt kenmerken geven van leefbaarheid in Nederlandse stadswijken.
  • Je kunt voorbeelden geven van arme en rijke wijken in je eigen omgeving.

Slide 3 - Tekstslide

Lees paragraaf 3.1 door
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Woon jij in een huurwoning of een koopwoning?
A
Koopwoning
B
Huurwoning

Slide 5 - Quizvraag

Wat is welvaart ook alweer?

Slide 6 - Open vraag

Hoe denk je dat je de welvaart in wijken kunt meten?

Slide 7 - Open vraag

Soorten wijken
Wijk = deel van de stad. Een wijk bestaat uit buurten.

Verschil tussen rijke wijken en arme wijken.

Stad -> wijk -> buurt

Slide 8 - Tekstslide

Noem twee kenmerken van een arme wijk.

Slide 9 - Open vraag

Noem twee kenmerken van een rijke wijk.

Slide 10 - Open vraag

Leefbaarheid in de wijk

Slide 11 - Tekstslide

Welzijn
Welzijn = mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen.

Welzijn is afhankelijk van de leefbaarheid van een wijk.

Leefbaarheid = geschiktheid van een wijk om er goed te leven.



Slide 12 - Tekstslide

Meten leefbaarheid in de wijk
Je kijkt naar de leefbaarheid:

  • Bebouwingsdichtheid: veel of weinig huizen per km2?
  • Groenvoorzieningen: zijn er veel parken en sportvelden?
  • Autodichtheid: aantal auto's per km2 hoog of laag?

Zijn er genoeg voorzieningen? Scholen, winkels, huisarts, bushaltes, sporthal, etc.

Slide 13 - Tekstslide

Meten welvaart in de wijk
Je kijkt naar de leefbaarheid:

  • Koopwoning: veel of weinig?
  • Huurwoning: veel of weinig?
  • WOZ-waarde: waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen. Hoog of laag?

Slide 14 - Tekstslide

Gemiddelde WOZ-waarde
van woningen in 
Eindhoven, 2018.

Slide 15 - Tekstslide

Welzijn in de wijk heeft te maken met de leefbaarheid. 

Percentage mensen met 
een matige of slechte 
gezondheid in Eindhoven, 
2016.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Beschrijf het welzijn van de bewoners uit het filmpje.

Slide 19 - Open vraag

Heeft de levensstijl invloed op de gezondheid van de bewoners? Leg uit.

Slide 20 - Open vraag

Kan een slechte levensstijl de welvaart beïnvloeden? Leg uit.

Slide 21 - Open vraag