Het budget mag je aan de volgende artikelgroepen besteden:
Belminuten: Per minuut
Sport : Per uur
Kleding: Per kledingstuk
Vervoer: Per halte
Eten: Per maaltijd
Slide 2 - Tekstslide
Instructie
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf op hoeveel geld van jouw budget jij wilt besteden aan de diverse producten.
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Is het gelukt?
Slide 5 - Tekstslide
Bereken de hoeveelheid die je van ieder product koopt
timer
1:00
Slide 6 - Tekstslide
Is het gelukt?
Slide 7 - Tekstslide
Geef aan het product die JIJ het belangrijkst vindt een gewicht van 5, het volgende belangrijkste product een gewicht van 4, etc.
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Is het gelukt?
Slide 9 - Tekstslide
Bereken het nut per product door het gewicht x de hoeveelheid te doen
timer
1:00
Slide 10 - Tekstslide
Is het gelukt?
Slide 11 - Tekstslide
Bereken het totale nut door alle nutsbijdrage bij elkaar op te tellen 80 + 40 + 12 + 1600 + 20 = 1752
timer
1:00
Slide 12 - Tekstslide
Welke behoeften worden er door de verschillende producten bevredigd?
Belminuten:
Sport:
Kleding:
Vervoer:
Eten:
Slide 13 - Tekstslide
Welke rol speelden de prijzen bij de verdeling van je budget?
Slide 14 - Tekstslide
Dit experiment ging over de aanwending van het middel geld. Je moet vaak kiezen hoe je je geld uitgeeft. Voor welk ander middel moet je vaak kiezen hoe je het aanwendt?