Spelling 1

Spelling 1
Moeilijke woorden met de y, x en q
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling 1
Moeilijke woorden met de y, x en q

Slide 1 - Tekstslide

Woorden met de y, q of x

Slide 2 - Woordweb

Moeilijke woorden
Je moet goed onthouden hoe je woorden met een y, x en q schrijft.

Met de y: mysterie, symbool, pyjama, jury, hypnose, cynisch, yoghurt, yoga, yell

Met de x: mix, fax, box, wax, expres, experiment, examen, excuses, extreem

Met de q: quiz, quasi, quiche, aquarium, aquaduct, aquarel, adequaat, maquette

Kijk nu op blz. 58 van je boek naar weekwoorden I. Daar gaan we mee oefenen.

Slide 3 - Tekstslide

een soort teken

Slide 4 - Open vraag

nachtkleding

Slide 5 - Open vraag

grote vissenkom

Slide 6 - Open vraag

mengsel

Slide 7 - Open vraag

zuur melkproduct dat je als toetje kunt eten

Slide 8 - Open vraag

raadsel

Slide 9 - Open vraag

iets dat heel goed bij iemand past

Slide 10 - Open vraag

met opzet

Slide 11 - Open vraag

als je iets spottend zegt dan ben je

Slide 12 - Open vraag

waar de computer mee werkt of als iets het niet doet dan doet het ... het niet

Slide 13 - Open vraag

slaapachtige toestand

Slide 14 - Open vraag

je mag een score uitdelen bij iets

Slide 15 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak blz. 28 van je werkboek
Klaar? Werkwoordpaard 3 sterren erbij (24*) en spellingsmol 2 sterren erbij (16*)
Klaar? Weektaak
Klaar? Taalblobs
Klaar? 3 sterren grammaticaklussers erbij

Slide 16 - Tekstslide