OUD structuur les 1hv1

1hv1
'OUD-structuur'
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1hv1
'OUD-structuur'

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

1. Vragen over toetsstof?

2. OUD-structuur

3. Oefenen met OUD-structuur

Slide 2 - Tekstslide

Toets in de proefwerkweek
50 min

Proefwerk telt 2x mee

Welke stof? 
Paragraaf 1.3 t/m 1.4 + 2.1 t/m 2.2.

Slide 3 - Tekstslide

OUD-structuur
wat ging er wel eens mis bij de vorige toetsen ?

1. De vraag goed lezen

2. Antwoorden formuleren. 

moeilijk! --> gebruik OUD-Structuur

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de OUD-Structuur
Elke goed antwoord bestaat uit 3 onderdelen:

1. O = omdat  (herhaal de vraag)

2. U = Uitleg   (Je uitleg)

3. D = dus, daarom of daardoor (je conclusie)

Heeft je antwoord deze drie onderdelen? Dan is je antwoord compleet. 

Slide 5 - Tekstslide

OUD-structuur
O = staat voor omdat. Je herhaalt de vraag en vult deze aan met het woord omdat.

U = staat voor uitleg. Je geeft historische uitleg/informatie die antwoord geeft op de gestelde vraag.

D = staat voor daarom, dus of daardoor. Je uitleg wordt gevolgd door daarom/daardoor/dus, omdat je een conclusie gaat trekken uit je historische uitleg. Dit is de afsluiting van je vraag. Een conclusie is altijd kort en bondig geformuleerd.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Opdracht 1

Na verloop van tijd gingen veel jager-verzamelaars over op de landbouw. Noem een reden om aan landbouw te doen.

  • (O) De jagers en verzamelaars gingen aan landbouw doen omdat.
  • (U) De jacht zo succesvol was geweest dat er steeds minder dieren te vinden waren. Hierdoor was er te weinig eten en moest er een andere oplossing gevonden worden. 
  • (D)  Daarom gingen steeds meer jagers en verzamelaars aan landbouw doen. 


(O) herhaal de vraag + omdat
(U) geef je uitleg
(D) Dus, daarom of daardoor + conclusie 





Slide 7 - Tekstslide

Deze doen we samen
Leefden Egyptenaren in 6000 v.Chr. in grotere of in kleinere groepen dan in 2000 v.Chr.? Leg je antwoord uit. 

(O) ?
(U) ? 
(D) ? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze doen we samen
Leefden Egyptenaren in 6000 v.Chr. in grotere of in kleinere groepen dan in 2000 v.Chr.? Leg je antwoord uit. 

(O) De Egyptenaren leefde in 6000 V.chr in kleinere groepen dan in 2000 V.Chr omdat.
(U) ? 
(D) ? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze doen we samen
Leefden Egyptenaren in 6000 v.Chr. in grotere of in kleinere groepen dan in 2000 v.Chr.? Leg je antwoord uit. 

(O) De Egyptenaren leefde in 6000 V.chr in kleinere groepen dan in 2000 V.Chr omdat.
(U) In 6000 V.Chr iedereen nog als jagers en verzamelaars leefde. Dit betekende dat er minder voedsel was en dat er veel rond getrokken werd wat beter gaat in kleinere groepen. 
(D) ? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze doen we samen
Leefden Egyptenaren in 6000 v.Chr. in grotere of in kleinere groepen dan in 2000 v.Chr.? Leg je antwoord uit. 

(O) De Egyptenaren leefde in 6000 V.chr in kleinere groepen dan in 2000 V.Chr omdat.
(U) In 6000 V.Chr iedereen nog als jagers en verzamelaars leefde. Dit betekende dat er minder voedsel was en dat er veel rond getrokken werd wat beter gaat in kleinere groepen.
(D) Daarom leefde de Egyptenaren in 6000 V.Chr in kleinere groepen dan in 2000 V.Chr

Slide 11 - Tekstslide

Nu jullie  

Beantwoord de volgende vragen aan de hand van de OUD-structuur.

Let op: het gaat me nu eens niet zozeer om je uitleg zelf maar om de vorm van je uitleg.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom was irrigatie landbouw belangrijk voor de Egyptische samenleving?

Slide 13 - Open vraag

Wij hebben in Nederland een democratie. Noem een overeenkomst en een verschil tussen de Nederlandse democratie en de democratie van het ‘oude’ Athene. (I2p)

Slide 14 - Open vraag

De eerste landbouwers leefden in het Midden-Oosten. Leg uit waarom de landbouw niet in Griekenland begon. (I1p)

Slide 15 - Open vraag

Waarom zou de functie van consul blijven bestaan onder de keizers? (2p)

Slide 16 - Tekstslide

Vergelijk wie er macht hadden in de polis Athene en wie in de Romeinse Republiek. Noem een overeenkomst en een verschil. (2p)

Slide 17 - Open vraag

Tot slot
- OUD-Structuur kan niet altijd, waar mogelijk gebruik hem!

- Lees deze terug op de toets.

- We bekijken nog de toetsmatrijs

Heel veel succes aankomende week! 
Volgende les: spelletje! 

Slide 18 - Tekstslide