formatief 1.1 + 1.2
Sleep de begrippen naar de juiste plek. Het gaat om de grootte van de deeltjes.
Grootste
Kleinste
Tussenin
1 / 21
Onderdelen in deze les
Sleep de begrippen naar de juiste plek. Het gaat om de grootte van de deeltjes.
Grootste
Kleinste
Tussenin
Slide 1 - Sleepvraag
Sleep de begrippen naar de juiste plek. Het gaat om de grootte van de deeltjes.
Grootste
Kleinste
Tussenin
Slide 2 - Sleepvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 3 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de elektronenconfiguratie van calcium (atoomnummer 20)? Gebruik Binas 99.
A
40,08
B
20
C
8,2
D
2,8,8,2
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
0
Slide 7 - Video
Natrium is zeer reactief. Leg uit hoe dit komt aan de hand van de elektronenconfiguratie.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Deeltje 1 is een:
Deeltjes 1 heeft de formule:
kern
molecuul
ion
elektronenwolk
Be2+
Be2-
2 e- te weinig
2 e- te veel
Slide 10 - Sleepvraag
De molecuulmassa in u en de molaire massa in gram zijn gelijk
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel kg stenen heeft de stratenmaker als hij 1000000 stenen op voorraad heeft die 3950 g/stuk wegen.
A
253
B
3950000000
C
3950000
D
395
Slide 12 - Quizvraag
Wat heeft meer massa:
Eén mol IJzer of één mol Zink?
Eén mol IJzer of één mol Zink?
A
Eén mol IJzer
B
Eén mol Zink
Slide 13 - Quizvraag
Van gram naar mol, dus ...... de molaire massa.
A
delen door
B
vermenigvuldigen met
Slide 14 - Quizvraag
Van mol naar gram, dus ...... de molaire massa.
A
delen door
B
vermenigvuldigen met
Slide 15 - Quizvraag
O (zuurstofatoom)
O2(molecuul)
H2O
AgCl
C6H12O6
32,00u
16,00 u
143,32u
180,16 u
18,02u
Slide 16 - Sleepvraag
Bereken m.b.v. Binas T98/99 de massa van 3,53mol Fe2O3 ?
A
45,2 g
B
106 g
C
226 g
D
564 g
Slide 17 - Quizvraag
De molmassa van glucose (C6H12O6) is 180,16 g/mol. (Binas T98)
Hoeveel mol is 550g?
Hoeveel mol is 550g?
A
0,323 mol
B
3,05 mol
C
9,91 mol
D
9,91*10^4mol
Slide 18 - Quizvraag
De molaire massa van Na2O is
61,979 g/mol.
Hoeveel mol is 64g?
61,979 g/mol.
Hoeveel mol is 64g?
A
0,97 mol
B
1,0 mol
C
1,6*10^2 mol
D
4,0*10^3 mol
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel mol barium-ionen en hoeveel mol zuurstof-ionen zitten er in 0,0250 mol bariumoxide?
A
0,0250 mol en 0,0500 mol
B
0,0500 mol en 0,0250 mol
C
0,0250 mol en 0,0250 mol
D
0,0250 mol en 0,100 mol
Slide 20 - Quizvraag
Ik snap de mol nu (iets) beter
A
Ja
B
Nee
C
De mol? Wat is dat?
