adverbs and adjectives

adjective=Bijvoeglijke naamwoorden
zegt iets over zelfstandig naamwoord
Je kunt de vraag stellen :wat voor...
the beautiful house.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

adjective=Bijvoeglijke naamwoorden
zegt iets over zelfstandig naamwoord
Je kunt de vraag stellen :wat voor...
the beautiful house.

Slide 1 - Tekstslide

an-eighty-year-old boy
Bijvoeglijknaamwoord met een getal schrijf je met streepjes.
Je krijgt geen meervouds-s
vergelijk met the boy is eighty years old

Slide 2 - Tekstslide

adverbs --bijwoorden
A. zegt iets over een werkwoord
The Dutch team played badly. (hoe speelden ze)
B. Zegt iets over bijvoeglijk naamwoord.
This is a seriously difficult subject.


Slide 3 - Tekstslide

C. Zegt iets over een ander bijwoord.
The Dutch team played extremely poorly.
D. Zegt iets over hele zin.
Unfortunately, they scored and won the match.

Slide 4 - Tekstslide

plak-ly achter het woord
let daarbij op de spelling
sure-surely
beautiful-beautifully
easy-easily

Slide 5 - Tekstslide

difficult+ impossible
geen bijwoorden, andere formulering
The Dutch won with difficulty.
I can't possibly see him next week.

Slide 6 - Tekstslide

woord verandert niet
The paper comes out daily
the daily paper
we got up early
we took the early bus

Slide 7 - Tekstslide

zo ook
high, low
far, fast
 wrong, strange

Slide 8 - Tekstslide

let op:
Na: taste, look, feel, smell, sound (zintuigen) krijg je een bijvoeglijk naamwoord en geen bijwoord.
the soup smells delicious

Slide 9 - Tekstslide

soms verandert betekenins
short- shortly (=binnenkort)
hard- hardly (=nauwelijks) 
zie 4 op blz. 67!!! reference book

Slide 10 - Tekstslide

Adjectives and adverbs
It tastes ....
A
good
B
well

Slide 11 - Quizvraag

let op
terrific- terrifically

Slide 12 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs
It rains ...
A
Terrible
B
Terribly

Slide 13 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 14 - Quizvraag