Lezen H3 en 4

WELKOM
Fijn dat jullie er weer zijn!
We beginnen met lezen in je leesboek, dus pak alvast je leesboek en begin met lezen. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
Fijn dat jullie er weer zijn!
We beginnen met lezen in je leesboek, dus pak alvast je leesboek en begin met lezen. 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leert vergelijkend en samenvattend verband en doel-middelverband in een tekst herkennen.
- Je leert onderscheid te maken tussen standpunten en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Lezen (10 min)
- Welkom en introductie (nieuwe map op Magister) (5 min)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Instructie Lezen (15 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
- vergelijkend verband
- samenvattend verband 
- doel-middelverband

Slide 4 - Tekstslide

Zodat is een signaalwoord van 
a. doel-middelverband (2 vingers)
b. vergelijkend verband (3 vingers)
c. samenvattend verband (4 vingers)

Slide 5 - Tekstslide

Evenals is een signaalwoord van
a. doel-middelverband (2 vingers) 
b. vergelijkend verband (3 vingers) 
c. samenvattend verband (4 vingers)

Slide 6 - Tekstslide

Kortom is een signaalwoord van
a. doel-middelverband (2 vingers) 
b. vergelijkend verband (3 vingers) 
c. samenvattend verband (4 vingers)

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1 en 2 blz. 73 en 74

Slide 8 - Tekstslide

Tekst 3 blz. 76
Opdracht 4 blz. 75

Slide 9 - Tekstslide

Lezen H4 feiten, meningen en argumenten
Feit
Mening/standpunt
Argument

Slide 10 - Tekstslide

Hij vond dat de jury partijdig was
a. Feit (2 vingers)
b. Mening (3 vingers)

Slide 11 - Tekstslide

Uit onderzoek blijkt dat sporten gezond is
a. Feit (2 vingers)
b. Mening (3 vingers)

Slide 12 - Tekstslide

Feit, mening of argument?
De Egyptische premier is ontvoerd en daarna bevrijd.
a. Feit (2 vingers)
b. Mening (3 vingers)
c. Argument (4 vingers)

Slide 13 - Tekstslide

Feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
a. Feit (2 vingers)
b. Mening (3 vingers)
c. Argument (4 vingers)

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Lees blz. 102 (feit, mening en argument) en maak opdracht 1 (blz. 102/103)
Hoe: Individueel, in stilte (je mag fluisterend iets overleggen)

Klaar?: Ga verder met je boekenbattle: schrijf de inleiding (samenvatting van jouw boek, eventueel kort iets over de schrijver en eventueel kort fragment voorlezen (welk stukje uit het boek zou hiervoor geschikt zijn?)

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting

- Herken je een samenvattend, vergelijkend of een doel-middel verband in de tekst?
- Kun je onderscheid maken tussen een mening en een argument
HUISWERK: opdracht 1 blz. 102/103
Vooruitblik: vrijdag verder met argumenten

Slide 16 - Tekstslide