§6 Spelling aan elkaar of los

Nederlands

Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

H6 Spelling
Aan elkaar of los

Slide 2 - Tekstslide

Doel

Je kunt bepalen of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
We hebben het over samenstellingen, dus: een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen.
Bijvoorbeeld: politieacademie, koffiezetapparaat en viersterrenhotel.

Waarom schrijven we samenstellingen aan elkaar?
 Omdat de woorden samen een nieuw woord vormen met een nieuwe 
 betekenis.


Slide 5 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
Zoals je gezien hebt op de vorige slides kan een spatie het verschil maken in betekenis. 
- rode wijnglazen --> wijnglazen die rood zijn. 
- rodewijnglazen --> glazen voor rode wijn. 

Wanneer schrijf je samenstellingen (twee/meer woorden die je aan elkaar plakt) nou aan elkaar of los? 

Slide 6 - Tekstslide

Aan elkaar:
1. Samenstellingen van twee of drie woorden: schoolvakantie.
2. Getallen met honderd en duizend: drieduizend, zeshonderd. 
3. Veel samengestelde werkwoorden: autorijden, koffiedrinken. 
4. Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: stomverbaasd, veeleisend. 
5. Er, hier, daar, waar + voorzetsel: hieraan, waarvoor, daartegenover.

Slide 7 - Tekstslide

Los: 
1. Getallen met miljoen of miljard: vijf miljoen, zes miljard.
2. Combinatie van twee voorzetsels als daarna een lidwoord of zelfstandig naamwoord komt: ik zit graag achter op de fiets.
--> voorzetsels zijn hier dus 'achter' en 'op' 

Slide 8 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
A
minimum inkomen
B
minimuminkomen

Slide 9 - Quizvraag

Aan elkaar of los? 'Hij heeft alweer een lastig kriebel …. hoestje.'
A
kriebel hoestje
B
kriebelhoestje

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Moet dit aan elkaar of los?
achter + om + kijken
ter + beschikking + stellen
asiel + zoekers + centrum

Slide 19 - Open vraag

Moet dit aan elkaar of los?
geld + verslindende + maatregelen
water + drinken
drie + en + zestig + miljard

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
Online boek:
Maken opdr. 1 t/m 3
(Cursus 7, §6)

Slide 21 - Tekstslide