Klas 4 spelling

Een trema gebruik je...
  • om te voorkomen dat twee klinkers in een woord samen worden uitgesproken: calorieën, geïrriteerd, poriën, zoöloog;
  • in leenwoorden: fröbelen, patiënt, überhaupt (umlaut). 

Let op: in samenstellingen geen trema maar een koppelteken!
Gala-avond (anders 'laav'), bio-industrie ('oin'), wc-bril ('wcb').
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Een trema gebruik je...
  • om te voorkomen dat twee klinkers in een woord samen worden uitgesproken: calorieën, geïrriteerd, poriën, zoöloog;
  • in leenwoorden: fröbelen, patiënt, überhaupt (umlaut). 

Let op: in samenstellingen geen trema maar een koppelteken!
Gala-avond (anders 'laav'), bio-industrie ('oin'), wc-bril ('wcb').

Slide 1 - Tekstslide

Een apostrof om uitspraakproblemen te voorkomen gebruik je...
  • als je een 's' schrijft achter woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u en -y: Nico's tas, paria's, jury's. MAAR: cadeaus, jockeys;
  • als weglatingsteken: 's avonds (des avonds), Thomas' pet;
  • in meervouden en afleidingen van afkortingen: cd'tje, wc's;
  • in verkleinwoorden op -y: pony'tje. MAAR: cowboytje.

Slide 2 - Tekstslide

De kroon van Beatrix is met andere woorden...
A
Beatrixs troon
B
Beatrix's troon
C
Beatrix' troon
D
Beatri'x troon

Slide 3 - Quizvraag

Het meervoud van 'hyena'...
A
hyenas
B
hyena's
C
hyenaas
D
hyenazzz

Slide 4 - Quizvraag

Iemand op het vwo is een...
A
VWOer
B
vwo-er
C
VWO-er
D
vwo'er

Slide 5 - Quizvraag

Het verkleinwoord van 'jockey'
A
jockeytje
B
jockey'tje
C
jockey-tje
D
jockytje

Slide 6 - Quizvraag

Telwoorden met of zonder -n?
  1. Telwoorden zoals enkele, weinige en vele worden sowieso zonder -n geschreven als het om dieren of dingen gaat.
  2. Dergelijke telwoorden worden zelfstandig gebruikt als je achter het telwoord geen zelfstandig naamwoord kan invullen. Zelfstandig gebruik krijgt een -n als het om mensen gaat.
  3. Telwoorden als tientallen en duizenden krijgen altijd -n.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoorden...
  • eindigen in het enkelvoud op -e en het meervoud op -en:         'Als gepensioneerde kan jij je inzetten voor ouderen.'
  • eindigen meestal op -e als ze dingen of zaken aanduiden, maar niet in stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: 'We vonden twee gouden en drie zilveren.

Slide 8 - Tekstslide

Zijn Mark en Natasja de enige/enigen met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen

Slide 9 - Quizvraag

De leerlingen van klas 4 zijn vandaag met vele/velen.
A
vele
B
velen

Slide 10 - Quizvraag

Zure / Zuren vindt de gepensioneerde / gepensioneerden vies.
A
Zure / gepensioneerde
B
Zuren / gepensioneerde
C
Zure / gepensioneerden
D
Zuren / gepensioneerden

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Hoe schrijf je 3.000.000.000.000 in letters?
A
drie miljard
B
driemiljard
C
drie biljoen
D
driemiljoen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe schrijf je huis + deur + bel + knopje ?
A
huisdeurbel knopje
B
huisdeur bel knopje
C
huis deurbel knopje
D
huisdeurbelknopje

Slide 14 - Quizvraag

Harpspelen of harp spelen?
A
harpspelen
B
harp spelen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Programma voor vandaag
  • Lessonup over het liggend streepje en weglatingsstreepje
  • Zelf oefenen met spelling

Slide 17 - Tekstslide

Het liggend streepje
Als er niet genoeg ruimte is op een pagina, kan een woord worden afgebroken met een liggend streepje. Doe dit altijd na een lettergreep!
  • boe-ken; of-fer; la-de
  • Let op: konin-ginnenpage
Handhaaf bij samenstellingen de oorspronkelijke woorden:
  • slacht-offer; week-dieren

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is de juiste spelling?
A
oud-chef-kok
B
oud chefkok
C
oud-chef kok
D
oud chef kok

Slide 20 - Quizvraag

... wordt tijdens carnaval Oeteldonk.
A
Hertogenbosch
B
s-Hertogenbosch
C
's-Hertogenbosch
D
's Hertogenbosch

Slide 21 - Quizvraag

Een + sta + in + de + weg schrijf je als...
A
Een sta-indeweg
B
Een sta-in-deweg
C
Eenstaindeweg
D
Een sta-in-de-weg

Slide 22 - Quizvraag

Weglatingsteken
Je kan delen van woorden weglaten met een weglatingsteken. Daarvoor zijn twee regels:
  1. Het weggelaten deel moet een woorddeel zijn.
  2. De behouden (andere) delen moeten gelijkwaardig zijn.

Bij het eerste woord: voor- en achterhoofd; drie- en vierkant.
Bij het tweede woord: carnavalsfeest en -optocht.

Slide 23 - Tekstslide

Voordelen en nadelen zijn samengetrokken?
A
Voordelen en -delen
B
Voor- en nadelen
C
Voordelen en na-
D
-delen en nadelen

Slide 24 - Quizvraag

Bakfietsen en elektrische fietsen zijn samengetrokken?
A
Bakfietsen en elektrische fietsen
B
Bak- en elektrische fietsen
C
Dit klopt niet.
D
-fietsen en elektrische fietsen.

Slide 25 - Quizvraag

Boekenkast en klerenkast zijn samengetrokken?
A
-kast en klerenkast
B
Boeken- en klerenkast
C
Dit klopt niet.
D
Boekenkast en kleren-

Slide 26 - Quizvraag

Maak de opdrachten
Oefen opdrachten naar keuze. Zorg ervoor dat je bij de kleinste twijfel over een woord direct opzoekt wat de regel is.

Gebruik betrouwbare sites, zoals: OnzeTaal.nl

Slide 27 - Tekstslide