2x1 grammatica bijv.bep., bijstelling, vzv

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zo snel mogelijk
Tassen van tafel.
Telefoons en Chromebooks in je tas.
Wees stil dan ga ik vertellen wat we vandaag gaan doen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we het eerste uur vandaag  doen?

Nog 1 trailer en 1 journaal bekijken. 
Lezen (30 min)


Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we het tweede uur vandaag doen?
Grammatica huiswerk bespreken (5 min)
Nieuwe uitleg grammatica (5 min)
Zelfstandig werken (20 minuten)
Taalweetje

Slide 4 - Tekstslide

Lekker lezen 
timer
30:00

Slide 5 - Tekstslide

Het tweede lesuur
Grammatica huiswerk bespreken (5 min)
Nieuwe uitleg grammatica (5 min)
Zelfstandig werken (20 minuten)
Taalweetje

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van vandaag
- Je kunt een bijvoeglijke bepaling herkennen in een zin.
- Je kunt de bijstelling herkennen in een zin.

Slide 7 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 8 - Tekstslide

Bijstelling
  • Ook een bijstelling is geen zinsdeel, maar wel een onderdeel van een zinsdeel. 
  • Een bijstelling staat altijd tussen komma's of na een komma. 
  • Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden. 


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden van bijstellingen
  1. Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is erg mooi.
  2. Het onderzoek werd geleid door de heer Pietersen, een deskundige op het gebied van belastingfraude.
  3. De heer Lubbers, de toenmalige minister-president, kon zich van dat voorval niets herinneren.

Slide 10 - Tekstslide

 verschil bvb en de bijstelling

Het verschil met een bijvoeglijke bepaling is dat:

- een bijstelling direct achter het zelfstandig naamwoord staat,
- een bijstelling nooit een werkwoordsvorm bevat,
- en daarbij staat een bijstelling vrijwel altijd tussen komma's.

Slide 11 - Tekstslide

Is hier sprake van een bijstelling?


Mireille, mijn buurmeisje, heeft nu ook griep.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Mevrouw Van Vianen, lerares op Calvijn, is dol op hardlopen.
Wat is de bijstelling?
A
Merouw Van Vianen is een bijstelling
B
'Lerares op Calvijn' is een bijstelling.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is waar over de bijstelling? Kies de twee goede antwoorden.

Een bijstelling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zelfstandig zinsdeel.

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat: Opdracht 5,6 en 10 op blz 20 en 22
Tijd: 20 minuten
Hoe: je mag fluisterend overleggen
Vragen: hand omhoog
Als je klaar bent lees je nog even verder in je leesboek.

timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Taalweetje
Het langste woord in de Dikke van Dale
meervoudigepersoonlijkheidsstoornissen

Slide 16 - Tekstslide