VWO5 - Migratie, Integratie - doelen - quiz

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vandaag

1. Kort laatste puntjes lesstof
   
   
2. Belangrijke punten voor de toets
   
   
3. Quizje om te testen 

Laatste puntjes lesstof

Migratie

Integratie

rest staat op SOM

Waarom/wie
vluchten
naar NL?

Migranten

          'Soorten' migranten:

1. Uit de voormalige koloniën
2. Arbeidsmigranten
   - gastarbeiders
   - kennismigranten 
3. Vluchtelingen
4. Gezinsvorming/-hereniging
5. (Illegalen) 

 WIE?

WAAROM

Arbeidsmigrant

Kennismigrant

Vluchteling

Gezinsvorming

Gezinshereniging

Armoede en gebrek aan werk in eigen land

Tekort aan specialistische kennis in een ander land.

Oorlog

Vervolging vanwege geloof, politieke opvatting of seksuele geaardheid

Hereniging met familie 

Trouwen met een geliefde in een ander land

Wat zie je?

Wat zie je hier?

Assimilatie

Volledig overgaan in de 'nieuwe' cultuur.

Nieuwkomer neemt alles van de cultuur over. Houdt niets eigen

De toets?

Volledige PowerPoint staat ook op SOM

Gebruik de doelen om jezelf te testen

Quiz - test jezelf

13 vragen

Zou je op de toets kunnen verwachten

Juist/onjuist - 30 seconden

Meerkeuze - 45 seconden

Zowel de Eerste als de Tweede Kamer heeft het recht van initiatief.

1. Juist
2. Onjuist

 De parlementaire volksvertegenwoordiging heeft formeel het laatste woord.

1. Juist
2. Onjuist

De overheid dwingt burgers om iets te doen of juist niet te doen. Dit vindt:

1. niet plaats onder autoritaire regimes.
2. niet plaats in democratieën.
3. plaats onder autoritaire regimes én democratieën.
4. vooral plaats in landen waar wordt gemanipuleerd én geïndoctrineerd

Wat staat in een verkiezingsprogramma van een partij?

1. De kandidatenlijst van de partij.
2. De plannen van de partij voor de verkiezingscampagne
3. De belangrijkste plannen en opvattingen van de partij
4. Met welke partijen zij wel of niet willen meedoen aan de verkiezingen

Linkse politieke partijen

1. vinden dat rijke mensen evenveel belasting moeten betalen als arme mensen
2. willen het verschil tussen arm en rijk vergroten
3. vinden dat de overheid moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving
4. hechten veel waarde aan het bedrijfsleven

I. De koning moet zich houden aan de grondwet.

II. De koning zit in de regering en is medeverantwoordelijk voor het beleid

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist
3. I en II zijn beide juist
4. I en II zijn beide onjuist

In een directe democratie:

1. bestaan geen politieke partijen.
2. stemt de volksvertegenwoordiging over wetsvoorstellen.
3. kiest de bevolking direct een parlement.
4. kiest de bevolking direct de regering.

Het parlement bestaat uit:

1. de koning en de ministers
2. de ministers en de staatssecretarissen
3. alle gekozen volksvertegenwoordigers in Nederland
4. de Eerste en de Tweede Kamer

 Socialisatie is van belang voor zowel het voortbestaan van cultuur als voor verandering van
cultuur.

1. Juist
2. Onjuist

1. De Nederlandse samenleving biedt ruimte voor het behoud van eigen tradities en gewoonten.
2. De Nederlandse overheid vraagt nieuwkomers de dominante cultuur in zijn geheel over te nemen.

1. 1 is juist 2 is onjuist.
2. 1 is onjuist 2 is juist.
3. 1 en 2 zijn beide juist.
4. 1 en 2 zijn beide onjuist.

Welk gedrag van de mens wordt door de natuur bepaald?

1. In Europa lopen mensen niet naakt over straat
2. Een baby huilt omdat hij honger heeft
3. Een meisje houdt van voetbal
4. Een jongen vloekt de hele dag

Bij internalisatie:

1. is er sprake van onvolledige socialisatie.
2. leren mensen door sociale controle cultuurkenmerken aan.
3. staat de persoonlijke identiteit centraal.
4. gedragen mensen zich zoals de omgeving van hen verwacht.

Welke (twee) Nederlandse politieke partijen laten een duidelijk anti-immigratiegeluid horen?

1. CDA en PvdA
2. VVD en D66
3. PVV en FVD
4. BBB en Bij1

SUCCES!

Met leren

Met alle toetsen