3.5 VAS- en VAL-activiteiten

Terugblik voor de vakantie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik voor de vakantie

Slide 1 - Tekstslide


Wat is Crossdocking?


A
Na ontvangst goederen deze niet opslaan maar gelijk weer verzend gereed maken.
B
Na ontvangst goederen deze kruislings verdelen over verschillende locaties in magazijn.
C
Na ontvangst goederen deze in een speciale lijst binnen het WMS plaatsen.
D
Na ontvangst goederen deze zonder controle bij het juiste dock voor verzending plaatsen.

Slide 2 - Quizvraag

Een vrachtbrief is een........
A
bewijs voor de werkgever
B
bewijs voor de logistiek medewerker
C
vervoersovereenkomst
D
bewijs voor de chauffeur

Slide 3 - Quizvraag

Welke gegeven staat niet op de vrachtbrief?
A
De artikel omschrijving
B
Naam van de afzender
C
Het aantal colli dat wordt geleverd
D
De datum van het transport

Slide 4 - Quizvraag

Je krijgt een zending van 4 rolcontainers met ieder 25 dozen.
Er staan 4 / 25 of 100 colli op de vrachtbrief.
Hoeveel colli staat er op de vrachtbrief ?
A
25
B
4
C
100

Slide 5 - Quizvraag

welk van de onderstaande verpakkingen is zowel een om verpakking als een consumentenverpakking?
A
één tube tandpasta
B
één pakje zakdoekjes
C
één krat bier
D
één pak drinken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen consumentenverpakking en distributieverpakking?
A
Een consumentenverpakking is groter dan een distributieverpakking.
B
Een consumentenverpakking is bedoeld voor eindgebruikers, terwijl een distributieverpakking wordt gebruikt voor het transporteren van producten.
C
Een distributieverpakking is bedoeld voor eindgebruikers, terwijl een consumentenverpakking wordt gebruikt voor het transporteren van producten.
D
Een consumentenverpakking is bedoeld voor het transporteren van producten, terwijl een distributieverpakking wordt gebruikt voor eindgebruikers.

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt onder het begrip ‘omverpakking’ verstaan?
A
een distributieverpakking
B
een krimpverpakking
C
omsnoeringsbanden

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor soort verpakking zie je hier?
A
Blisterverpakking
B
Omverpakking
C
Transportverpakking
D
Consumentenverpakking

Slide 9 - Quizvraag

via een barcode vind ik
A
Informatie van het product
B
Informatie van de producent
C
Informatie van de verpakking
D
Informatie over het land

Slide 10 - Quizvraag

Droog bewaren
Breekbaar
Deze zijde naar boven
Gevarenetiket
Voorzichtig

Slide 11 - Sleepvraag

3.5 VAS- en VAL-activiteiten
Leervragen:
Leg uit aan de hand van een voorbeeld wat een VAL - en VAS activiteit is.
Leg uit wat eenmalige verpakkingen zijn en geef een voorbeeld.
Leg uit wat meermalige verpakkingen zijn en geef een voorbeeld.

Slide 12 - Tekstslide

3.5     VAL
VAL betekent: Value Added Logisticks                                                    
Voorbeelden van Val zijn: dozen ompakken op pallets, retouren verwerken.
Een etiket erop met de logo van het bedrijf
VAL  zorgt voor meer efficiëntie in het logistiek proces.             

Slide 13 - Tekstslide

3.5     VAS
VAS betekent:  Value Added  Services                                                Voorbeelden van VAS zijn: kwaliteitscontroles, documentbeheer
zorgen voor speciale verkoopacties voor een klant
VAS hierbij voeg je waarde toe aan het product.
Voorbeeld: een kaartje met een bedankje voor de aankoop.
Een kaartje met uitleg over hoe je een product kunt gebruiken.
                              

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van
VAS-activiteiten?
A
ompakken
B
etiketteren
C
sorteren
D
verwerken van retouren

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van VAL-activiteiten?
A
Artikelen samenvoegen
B
Artikelen ompakken van containers naar pallets
C
Handleiding toevoegen
D
Verwerken van retouren

Slide 16 - Quizvraag

Reverse logistics
Reverse logistics  ( Retourlogistiek)
Dit is een onderdeel van de de logistiek dat zich bezighoudt met producten die worden teruggestuurd en weer in het magazijn komen.                                                
Voorbeelden hiervan zijn: verkeerd besteld artikel, artikel dat moet worden  gerepareerd , emballage.

Slide 17 - Tekstslide

Het bedrijf zet de emballage klaar.
Met welk deelgebied heb ik te maken?
A
Inkooplogistiek
B
Productielogistiek
C
Distributielogistiek
D
Retourlogistiek

Slide 18 - Quizvraag

wat is een éénmalige verpakking

Slide 19 - Open vraag

Eenmalige en meermalige verpakkingen

In een magazijn heb je te maken met verschillende soorten verpakkingen:
Eenmalige verpakking kun je één keer gebruiken, een product dat in plastic is verpakt.
Meermalige verpakkingen gebruik je vaker, producten die in kratten, bakken zitten. 

Slide 20 - Tekstslide

Hier zien wij een stapelbak. Dit is een:
A
Eenmalige verpakking
B
Consumentenverpakking
C
Meermalige verpakking
D
Geen verpakking

Slide 21 - Quizvraag

Groente en fruitbakjes zijn een voorbeeld van
A
eenmalige verpakking
B
emballage
C
geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten

Opdracht 23, 24, 25, 26 en 27
Welke VAS en/of VAL activiteit worden op jullie stagebedrijf uitgevoerd?


Slide 23 - Tekstslide

3.5 Leervragen 
Leervragen:

Leg uit aan de hand van een voorbeeld wat een VAL - en VAS activiteit is.
Leg uit wat eenmalige verpakkingen zijn en geef een voorbeeld.
Leg uit wat meermalige verpakkingen zijn en geef een voorbeeld.

Slide 24 - Tekstslide