H2 en H3 cultuur van de kerk Bouwkunst

Kloosters en kerken
Bouwstijlen in de middeleeuwen
H2 en 3 Bouwkunst
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Kloosters en kerken
Bouwstijlen in de middeleeuwen
H2 en 3 Bouwkunst

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

1. Je leert over de middeleeuwse kloosterordes en hun rol in de ontwikkeling van de middeleeuwse kunst en cultuur.
2. Je kan de romaanse en gotische bouwwerken (kerken) van elkaar onderscheiden naar aanleiding van hun architectonische kenmerken.
3. Je kent de architectonische begrippen van de romaanse en gotische bouwkunst en je kunt ze beschrijven.
4. Je kunt uitleggen hoe deze bouwstijlen de religieuze en maatschappelijke functies van de kerk weerspiegelen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

1. Waarom is de brand van de Notre Dame kathedraal in Parijs een internationaal nieuws geworden? 

2. Veel mensen in Frankrijk en er buiten hebben veel geld verzameld om deze kathedraal snel te herbouwen. De  Notre-Dame wordt in 2025 heropend. 
Leg uit waarom er zoveel behoefte is om juist dit bouwwerk snel  te herstellen?

Slide 4 - Tekstslide

Kloosters in de middeleeuwen

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijkste kloosterordes in de middeleeuwen
Benedictijnen                      Cisterciënzers               Franciskanen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kloosters
  •  De naam 'klooster'afgeleid van cloustrum (Latijn, ''omsloten plaats'). Er bestaan vrouwelijk en mannelijke kloosters.
  • Volledig zelfvoorzienend (ziekenzorg, onderwijs, productie van eten...)
  •  Volledige toewijding v.d. monniken of nonnen aan het geloof
  •  Bron van kennis en welvaart
  •  Kunst en wetenschap tot bloei
        --> Maar altijd in dienst van de kerk 
                en het geloof


Slide 8 - Tekstslide

Kloosters en monniken
vVrspreiding geloof
                           kloosters en abdijen
                           monniken - vast ritme (bidden, werken)


Gebeden van geestelijken effectiever? 

Monniken laten zich betalen om te bidden en handelen in aflaten (aflaatbrieven): gelovigen doen er alles aan om God tevreden te stellen EN VERMINDERING VAN STRAF VOOR ZONDEN TE VERKRIJGEN. ZE schenken daarom veel geld aan kloosters EN DOEN PELGRIMSTOCHTEN.

De horigen die op het eigendom van kloosters werken moeten een  belasting betalen (een tiende) van hun inkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Kloosterleven- bidden, werken en studeren
Dagindeling:
2.00 - opstaan
2.10 - 3.30 - nocturnes / metten (gebed / gezang)
3.30 - 5.00 - lezen en studeren (bijbel)
5.00 - 5.45 - lauden (gebed/gezang - moest voor het aanbreken van de dag eindigen)
5.45 - 8.15 - lezen en priem (gebed van het eerste uur) en een licht maal
8.15 - 9.00 - terts (gebed van het derde uur)
12.00 - 14.00 - sext (gebed van het zesde uur) en middagmaal
14.00 - 15 00 - noon ( gebed van het negende uur)
14..30 - 15 15 - avondmaal in het refter (eetzaal)
15 .15 - 16.15 - lezen en privegebed
16.15 - 16.45 - vespers (gebed en gezang - voor zonsondergang) dan pauze, en dan completen ( gebed en gezang; tegen 6 uur)
19.00 - nachtrust in een gezamelijk dormitorium
voor 7 uur gaan de monniken slapen.











Slide 10 - Tekstslide

Miniatuurkunst
  • In  dienst van het geloof. 
  • In kloosters  werden boeken gekopieerd door monniken.
  • Boeken werden in SCRIPTORIA door monniken overgeschreven of gemaakt
  • Latijn is een internationale taal van de geleerden
  • Manuscripten voorzien van illustraties.
  • Miniatuur = kleine illustratie in manuscript.
  • Initiaal = beginletter, vaak versierd. 
  • Kloosters hebben eigen bibliotheken

Slide 11 - Tekstslide

Books of kells
Wat bedoelen we met de term 'monnikenwerk'?

Slide 12 - Tekstslide

Benedictijnen
Benedictus van Nursia
Benedictus van Nursia (480-547)
Regels van Benedictijnen:
- nederigheid, kuisheid, soberheid en gehoorzaamheid
- 'ora et labora' (bid en werk)
Dagelijks leven middeleeuwse monnik:
bidden, werken, studeren ('ORA ET LABORA' )
Grootste en machtigste orde in Europa
Veel rijkdom in kloosters.
Rijk geworden door het verkoop van aflaten.

Slide 13 - Tekstslide

Benedictijnse kloosters- groot, zelfvoorzienend en rijk
plattegrond kloostercomplex van Sankt Gallen, Zwietserland
Abdij in Cluny, het grootse kloostercomplex in Europa, Frankrijk

Slide 14 - Tekstslide

Cisterciënzers  en franciscanen

Orde van de cisterciënzers scheiden zich af van de Benedictijnen, gesticht door Bernardus van Clairvaux (1090-1153)
Alleen vroomheid en soberheid brengt de monniken dichterbij God, klooster zijn sober, zonder versieringen, zorgde voor de groeiende Mariacultus

Orde franciscanen, gesticht door Franciscus van Assisi vestigde zich in steden, leefde van giften (bedelorde), hadden geen bezittingen,  vroom, bidden en helpen medemensen

Cisterciënzers, abdij in Fontenay 12 eeuw 
Franciscus van Assisi, 13 eeuw

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Vraag 1 (3p)

Kloosters in de middeluwen waren beschouwd als de religieuze,  economische en culturele centra van Europa. Leg uit. Bij elke elke bewering geeft een voorbeeld.

Vraag 2 (4p)

In de film "De naam van de roos" (1986) zie je de hoofdpersonage William van Baskerville (een franciscaanse monnik) die samen met zijn leerling een benedictijns klooster bezoekt om een moordzaak op te lossen. In het gesprek tussen monniken volg je een botsing tussen twee visies op de wetenschap en het christendom. 
Leg uit welke visie vertegenwoordigd de franciscaan en welke de benedictijn. Betrek hierbij je kennis van het hoofdstuk 1.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

MIDDELEEUWSE ARCHITECTUUR
ROMAANSE EN GOTISCHE BOUWKUNST

Slide 19 - Tekstslide

Romaans
Gotiek
Welke verschillen zie jij?

Slide 20 - Tekstslide

Romaanse architectuur kenmerken (tot 3:02 min)

Slide 21 - Tekstslide

Romaans 1000-1250
Gotiek 1250-1500

Slide 22 - Tekstslide

Romaanse architectuur kenmerken (tot 3:02 min)
Noteer nu in je KA schrijft alle kenmerken van de romaanse architectuur die na het kijken van dit filmpje onthouden hebt.
Op het leerboek hfd 2, p. 18 t/m 21. Noteer andere info over de rommanse bouwkunst. Zoek antwoorden voor deze begrippen en noteer ze in je schrift.

Begrippen romaanse bouwkunst
muren/ ramen/ gewelf soorten/boog/opbouw van de kerk /absis/georienteerde ligging /middenschip/zijschip/zijbeuk/transept/lisenen/basilicavorm/plattegrond kerk-bouwplan/decoratie/crypte/ timpaan/ kooromgang/  pelgrimkerk

Gotische architectuur: tijdens het kijken naar het filmpje noteer de kenmerken
 

Slide 23 - Tekstslide

1

Slide 24 - Video

Romaans
1000-1250

lage, massieve constructies met dikke muren, kleine ramen, en rondbogen

weinig decoratie
Gotisch
1250-1500

hogere en lichtere kerken door de ontwikkeling van de spitsboog en skeletbouw met luchtbogen en steunberen
veel beeldhouwwerk, glas-in-lood

Slide 25 - Tekstslide

00:00
Gotische  architectuur kenmerken (vanaf  3:18 min)
Noteer nu in je KA schrijft alle kenmerken van de romaanse architectuur die na het kijken van dit filmpje onthouden hebt. Beanatwoord ook de vraag  die aan het einde gesteld wordt. Onderbouw je antwoord.

In duo's lees hfd.3 over de gotische architectuur. Noteer samen de belangrijkste begrippen en hun betekenis.

Begrippen gotische bouwkunst
skeletbouw hoe werkt het/verticalisme, bogen/luchtbogen/ welke gewelven/muren functie/steunberen/rol van ramen en raamdecoratie/symboliek/maaswerk/ spitstoren/ straalkapellen/voorportaal opbouw/plattegrond van kerken/bouwloge/kathedraal/verschil tussen hoog en laat gotiek/triforium


 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
De twee grote stromingen in de bouwkunst in de Middeleeuwen zijn Romaans Hst 2 en Gotiek Hst 3.
Zoek uit wat de kenmerken zijn van Romaanse bouwkunst en wat de kenmerken zijn van Gotiek. Gebruik in je antwoord oa woorden als:  skeletbouw, spitsboog, schip, luchtboog, steunbeer, glas-in-lood, zijbeuk, centraalbouw, tonggewelf, travee en goddelijk licht. 


Slide 27 - Tekstslide

Kerken
basisvorm = kruisvorm
afgeleid van oude Romeinse basilica

middenschip
zijbeuken
dwarsschip (transept)
apsis, altaar en koor

(straal) kapellen

Slide 28 - Tekstslide

Gewelven
Platte, houten plafonds

Rondboog
Tongewelf
Koepelgewelf
Kruisgewelf

Slide 29 - Tekstslide

Oorsprong Romaans
  • Romeinse basilica wordt aangepast.  Toevoeging dwarsschip: kruisvorm


  • ‘Romaans’ komt van ‘Romeins’. Doet Romeins aan vanwege de rondbogen en dikke muren.

  • Veel toegepast op kloosterkerken. Kloosterleven is in afzondering -> gesloten karakter van kloosterkerken.
Saint-Sernin, Toulouse, Frankrijk, ca. 1080-1120​
Basilica van Constantijn, Trier, Duitsland, 310

Slide 30 - Tekstslide

Romaans 

  • Constructiebouw: gewicht van het dak wordt door dikke, massieve muren gedragen. 


Kenmerken:
  • Dikke muren: massief en gesloten
  • Kleine ramen: donker
  • Rondbogen
  • Tongewelf  >>>
  • Horizontaal karakter


1000 - 1200 na Chr.

Slide 31 - Tekstslide

Pelgrimskerk
Pelgrims

Relikwie

Kooromgang (zodat de dienst niet verstoord werd)

Pelgrimsroute naar Santiago de Compostela


Slide 32 - Tekstslide

Gotische bouwkunst
Middeleeuwse stad:
ommuurd, slotgracht met loopbrug
zonsondergang; poorten worden gesloten

veel hout, rijken wonen in stenen huizen
'steenrijk'

aan het marktplein waar ook de grote kerk of kathedraal ligt.
Gezicht op Utrecht
Domkerk met toren

Slide 33 - Tekstslide

Kathedralen
Skeletbouw
Kruisribgewelf
Spitsboog

Slide 34 - Tekstslide

Roosvenster
Glas-in-lood

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Oorsprong Gotiek
  • Door de welvaart en stabiliteit in de hoge middeleeuwen groeit de bevolking. Door erediensten geloof toegankelijker maken.

  • Ook door pelgrimstochten zijn grotere (pelgrims)kerken nodig.


  • Kerk is 'stukje hemel op aarde': torens reiken naar de hemel, het 'Goddelijk Licht' valt door glas-in-loodramen naar binnen.
Ontstaat in Noord-Frankrijk. 

Abt Suger: ‘We zochten naar architectuur van het licht die de beschouwer van het materiële naar het goddelijke moest verheffen’.

God = licht. Licht is de essentie van schoonheid. 

Slide 37 - Tekstslide

Gotiek

  • Skeletbouwconstructie: skelet draagt het gewicht (niet de muren), gewicht wordt afgeleid door kruisribgewelf, pilaren, luchtbogen en steunberen (en pinakels).

Kenmerken:
  • Dunnere muren: open en sierlijk
  • Grote glas-in-loodramen, roosvensters
  • Spitsbogen
  • Kruisribgewelf>>>
  • Verticaal karakter


1150 - 1500 na Chr.

Slide 38 - Tekstslide

ROMAANS
GOTIEK
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, DONKER, MASSIEF
OPEN EN SIERLIJK

Slide 39 - Sleepvraag

Kies uit: 1. Narthex; 2. Schip; 3. Zijbeuk; 4. Toren; 5. Transept; 
6. Viering; 7. Absis; 8. Straalkapel; 9. Priesterkoor; 10. Kooromgang
Teken dit plaatje in je schrift. Noteer de juiste namen bij de verschillende onderdelen van de kerk.

Slide 40 - Tekstslide

Tongewelf                   Kruisgewelf             Kruisribgewelf
        (Rom.)                                                             (Got.)             
 Soorten gewelven

Slide 41 - Tekstslide

Gotiek in Frankrijk
Na Romaanse bouwkunst ontstond de Gotiek in Frankrijk, in een gebied dat Ile de France wordt genoemd en Parijs als middelpunt heeft.
De naam Gotisch (barbaars) was oorspronkelijk een scheldnaam, genoemd door een italiaanse schrijver/architect (1550 na Chr.) voor de bouwkunst van de middeleeuwen.

Slide 42 - Tekstslide

Gotiek in Frankrijk
Kathedraal van Amiens                                    St. Denis

Slide 43 - Tekstslide

Gotiek in Duitsland
Domkerk van Keulen
Grootste nog bestaande in Noord Europa

Bouw begonnen in de middeleeuwen
pas in 1880 afgemaakt, wel volgens de 
originele plannen en bouwtekeningen

Slide 44 - Tekstslide

Gotiek in Nederland
De belangrijke eigenschappen zijn:
De drang naar verticaliteit en naar licht.
Dat licht werd binnengehaald door 
hoge vensters en grote roosvensters. 
Gebouwen werden dan ook steeds 
hoger en daardoor ogenschijnlijk smaller.

Slide 45 - Tekstslide

Gotiek in Groot Brittannië
In Engeland krijgt gotiek een eigen gezicht, 
de kerkgevels zijn breder en daardoor maken 
ze een horizontale indruk, 
de kruisribgewelven worden getransformeerd
tot ingewikkelde patronen die aan palmbomen/
 visnetten doen denken. 
Er zijn ook kleine spitsboogvensters.                                Kathedraal van Wells

Slide 46 - Tekstslide

Gotiek in Italië
Duomo Santa Maria Nascente
Er zijn heel veel steunberen, 
spitsbogen en hoge ramen.
Het gebouw is zeer hoog. 

Daardoor moesten er ook veel steunberen zijn.
Die waren ook nodig voor de zware gewelven.

Slide 47 - Tekstslide

Gotiek in Spanje
Noord Spanje mooie gotische kerken
Vanuit het noorden overgebracht door pelgrims, 
op weg naar Santiago de Compostela

                                 Zuid Spanje; gotische stijl met elementen uit de muderjarstijl
                                 Beinvloed door islamitische kunst en Moorse invloeden 

Slide 48 - Tekstslide