H5 Oefentoets

Oefentoets H5
Nationalisme en Imperialisme
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets H5
Nationalisme en Imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Deze oefentoets maak je zelfstandig ter voorbereiding van de eindtoets van H5. 
Belangrijk: niet gokken als je een antwoord niet weet! Als je iets niet weet zoek je het antwoord op in de betreffende paragraaf; op die manier leer je!

Slide 2 - Tekstslide

H5 Algemeen

Slide 3 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde. Van vroeg (links) naar laat (rechts). Niet gokken als je niet zeker bent, zoek het dan op in je boek.
1
2
3
4
5
6
A: De belangrijkste leiders van Europa herstellen het Ancien Régime
B: De kolonisatie van Afrika is voltooid
C: In Nederlands-Indië wordt het cultuurstelsel ingevoerd
D: Koning Willem I erkent België als onafhankelijke staat
E: Landen in Europa beginnen aan de verovering van het Afrikaanse binnenland
F: Napoleon wordt definitief verslagen

Slide 4 - Sleepvraag

Paragraaf 1
Liefde voor het Vaderland

Slide 5 - Tekstslide

Herstel van de politiek-bestuurlijke situatie van vóór de Franse Revolutie, waarbij veel landen weer een vorst aan het hoofd kregen.
A
Restaurant
B
Nationalisme
C
Imperialisme
D
Restauratie

Slide 6 - Quizvraag

Nationalisme
Imperialisme
liefde voor eigen volk
koloniën
gevolg > onafhankelijkheids-strijd
grondstoffen en afzetmarkt
interesse in geschiedenis en gebruiken

Slide 7 - Sleepvraag

Wat wordt er NIET afgesproken op het Congres van Wenen?
A
België, Nederland en Luxemburg worden samengevoegd
B
De meeste Europese landen worden een democratie
C
Landen gaan samen revolutionaire ideeën tegen
D
Vorsten gaan weer landen regeren

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk de bron.

Vraag op volgende slide.

Slide 9 - Tekstslide

Uit welke tijd komt deze kaart?
A
Voor 1815
B
Tussen 1815 en 1830
C
Na 1830

Slide 10 - Quizvraag

Nederland was na 1815
A
Een koninkrijk
B
Een republiek

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer mensen het gevoel hebben bij een volk of natie te horen, noemen we dit ?

Slide 12 - Open vraag

In de 19e eeuw ontstonden nieuwe staten, terwijl andere staten juist uiteen vielen. Met één land gebeurde beide. Sleep de landen naar het goede vakje.
Ontstond
Beide
Viel uit elkaar
Koninkrijk der Nederlanden
Italië
Duitsland
Het Keizerrijk Oostenrijk
Het Ottomaanse Rijk

Slide 13 - Sleepvraag

Het idee dat oorlog een goede manier is om conflicten tussen staten op te lossen heet ?

Slide 14 - Open vraag

Zuiden van het Koninkrijk der Nederlanden
Noorden van het Koninkrijk der Nederlanden
Vooral Franstalig
Vooral Nederlandstalig
Katholiek
Protestants
Al eerder geïndustrialiseerd

Slide 15 - Sleepvraag

Leg uit waarom België onafhankelijk wilde zijn. Geef minimaal twee redenen.

Slide 16 - Open vraag

Paragraaf 2
Europa gaat de wereld overheersen

Slide 17 - Tekstslide

Bij welk werelddeel past de zin? Sommigen passen bij meerdere werelddelen.
Amerika
Afrika
Azië
De Europeanen bouwden handelsposten aan de kust.
De oorspronkelijke bevolking werd verdreven of stierf aan ziekten.
Grote gebieden werden veroverd en Europeanen vestigden zich er als boer.
Het binnenland bleef lang onbekend gebied voor de Europeanen.

Slide 18 - Sleepvraag

Waarom was een groot imperium in de 19e eeuw voordelig voor een Europees land? Sleep naar het plaatje.
Europese fabriekseigenaren hadden eenvoudig toegang tot afzetmarkt en grondstoffen
Europese werkgevers konden goedkoop arbeiders uit de koloniën halen
Het Europese land kreeg betere wapens en snellere verbindingen
Het gaf Europeanen het gevoeldat zij tot een belangrijk land behoorden

Slide 19 - Sleepvraag

Brits-Indië had 250 miljoen inwoners. Waarom was dat belangrijk voor de Britse economie?

Slide 20 - Open vraag

‘Prins Mirza Babar Sahib mag prins blijven, als hij maar luistert’:

‘Niets is mooier dan een krachtig leger’
‘Nooit meer democratie: dat brengt alleen maar ellende’
‘Om sterk te zijn heeft ons land zoveel mogelijk koloniën nodig’
‘Onze westerse ideeën zijn beter dan de oosterse’
‘Van nature kunnen zwarte mensen erg goed dansen
‘Wij Schotten horen niet thuis in Groot-Brittannië’
Indirect bestuur
militarisme
restauratie
modern imperialisme
superioriteitsdenken
racisme
nationalisme

Slide 21 - Sleepvraag

Welke zin past bij het superioriteitsdenken?
A
Zij wilden dat mensen in de koloniën hun eigen land zouden besturen
B
Zij wilden fabrieken in de koloniën bouwen om de mensen aan het werk helpen
C
Zij wilden de mensen in de koloniën opvoeden en beschaving bijbrengen
D
Zij wilden het oerwoud beschermen tegen houtkap en de dieren beschermen

Slide 22 - Quizvraag

In 1858 werd Brits-Indië een Engelse kolonie.

Om welke reden merkten de inwoners weinig van deze verandering in het bestuur?
A
De bevolking sprak geen Engels en kon Engelse mededelingen niet lezen
B
De fabrieksbazen kregen orders van de Britse ambtenaren en voerden die uit
C
De Britse ambtenaren bestuurden het land indirect via de plaatselijke adel
D
De Britse regering stuurde geen Britse soldaten of ambtenaren naar de kolonie

Slide 23 - Quizvraag

Wat is géén reden waarom India als kolonie belangrijk was voor Groot-Brittannië?
A
De Britten verkochten producten uit hun textielfabrieken in India
B
De Britten wilden uit India grondstoffen als katoen, jute en indigo halen voor hun industrie
C
India was een zeer grote kolonie. Dit zorgde er onder andere voor dat Groot-Brittannië een machtig land was
D
De Britten wilden Indiase werknemers naar Engeland halen om als slaven te gebruiken

Slide 24 - Quizvraag

Leg uit wat nationalisme en imperialisme met elkaar te maken hebben?

Slide 25 - Open vraag

Paragraaf 3
Nederlands-Indië

Slide 26 - Tekstslide

Op welke manier werd Nederlands-Indië een kolonie van het Koninkrijk der Nederlanden?
A
Nederland veroverde de kolonie op Groot-Brittannië
B
Nederlands-Indië ontstond toen de VOC handelsposten in het gebied vestigde
C
Tijdens het Congres van Wenen werd besloten dat Nederland de gebieden in Oost-Indië kreeg
D
Toen de VOC failliet ging, nam de Nederlandse regering de bezittingen van het bedrijf over

Slide 27 - Quizvraag

  Zet in de goede volgorde (van vroeg naar laat - van links naar rechts)
A
B
C
E
F
D
Het Javaanse vorstendom Mataram ontstaat
Batavia wordt de hoofdstad van Nederlands-Indië
Overal in het gebied zijn Nederlanders de baas
De VOC gaat failliet
De VOC richt op verschillende eilanden handelsposten op
De Nederlandse staat maakt van de VOC bezittingen een kolonie

Slide 28 - Sleepvraag

Wat was het doel van de verdeel-en-heerspolitiek die Nederland in Nederlands-Indië voerde?
A
Het bevoordelen van sommige vorsten zodat ze niet samen in opstand zouden komen
B
Het voorkomen van een oorlog met Groot-Brittannië en Frankrijk
C
Nederland wilde de verschillende eilanden opdelen in onafhankelijke vorstendommen
D
Nederland wilde zo de voor- en tegenstanders van het modern imperialisme tegen elkaar uitspelen

Slide 29 - Quizvraag

Zet de bestuurders in de juiste volgorde. Van machtig (bovenaan) naar minst machtig (onderaan)
Inlandse vorsten
Gouverneur-generaal
Nederlandse regering
De inheemse bevolking

Slide 30 - Sleepvraag

Noem een nadelig gevolg van het cultuurstelsel voor de inheemse bevolking van Nederlands-Indië?

Slide 31 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een cultuurproduct

Slide 32 - Open vraag

Welke Nederlandse politieke stroming was tegen het cultuurstelsel?
A
De sociaal-democraten
B
De liberalen
C
De confessionelen (gelovigen)
D
De feministen

Slide 33 - Quizvraag

Cultuurstelsel

Vrije arbeid
koffie, suiker en tabak
hongersnoden tot gevolg
NL'se regering bepaalt wat er geproduceerd wordt
Ondernemers mogen eigen plantage of fabriek beginnen 
Boeren  moeten 20% van land verbouwen voor NL
Javanen werken in loondienst voor Europeaan

Slide 34 - Sleepvraag

Een deel van de opbrengst van het cultuurstelsel ging naar de inheemse vorsten.

Om welke reden gaven de Nederlandse aan de inheemse vorsten een deel van de opbrengst?
A
De Nederlanders wilden dat de inlandse vorsten hiermee spoorrails aanlegden, omdat de Nederlanders dit zelf niet deden
B
De Nederlanders wilden de lokale heersers met geld helpen, zodat ze hun eigen cultuur verder konden ontwikkelen
C
De Nederlanders wilden de lokale vorsten te vriend houden, want zij hielpen hen met het lokale bestuur
D
De Nederlanders zagen de lokale vorsten als gelijken en vonden het daarom alleen maar eerlijk dat zij mee konden profiteren van de winst

Slide 35 - Quizvraag

Paragraaf 4
De Wedloop om Afrika

Slide 36 - Tekstslide

Op een gegeven moment gingen Europeanen zich interesseren voor de binnenland in Afrika en werden er expedities gemaakt door Europese ontdekkingsreizigers.

Wanneer vond deze ontwikkeling plaats?
A
Begin 17e eeuw
B
Begin 18e eeuw
C
Begin 19e eeuw
D
Begin 20e eeuw

Slide 37 - Quizvraag

Welke uitspraken over Afrika vóór 1800 zijn waar?
A
Afrika kende vooral jagers-verzamelaars en rondtrekkende veetelers.
B
De VOC had een kolonie in Zuid-Afrika.
C
Europeanen waren diep doorgedrongen in het Afrikaanse binnenland.
D
Afrika kende vooral jagers-verzamelaars en rondtrekkende veetelers. De VOC had een kolonie in Zuid-Afrika. Een deel van de Afrikanen was islamitisch en een deel was christelijk.

Slide 38 - Quizvraag

Voor 1800
1800 - 1880
Na 1880
Missionarissen willen het Christendom verspreiden
Handel met de kustgebieden van Afrika
Slaven worden van Afrika naar Amerika gebracht
Europese landen stichten koloniën in Afrika
Europeanen ontdekken het binnenland van Afrika

Slide 39 - Sleepvraag

De Europeanen waren in de 19e eeuw verrast door de schitterende steden die zij in de Afrikaanse binnenlanden tegenkwamen. Met welk begrip kun je deze verbazing verklaren?
A
Superioriteitsdenken
B
Exploitatie
C
Kolonisatie
D
Modern Imperialisme

Slide 40 - Quizvraag

De Afrikaanse bevolkingsgroei voor 1850 was veel lager dan die van Europa.

Welke reden zou dit onder andere kunnen hebben gehad?
A
Afrika was niet geïndustrialiseerd, terwijl in Europa de bevolking snel groeide door de Industrialisatie
B
Afrika was sterk verstedelijkt en in steden was het sterftecijfer door o.a. ziektes hoog
C
Door de Europese veroveringen in Afrika na de conferentie van Berlijn stierven veel Afrikanen in de strijd tegen Europese legers
D
Europa trok onlogische grenzen in Europa, waardoor veel Afrikaanse stammen in oorlog raakten

Slide 41 - Quizvraag

Zet in de juiste chronologische volgorde (van links naar rechts).
A
B
C
D
E
 Ontdekkingsreizigers proberen Afrikaanse gebieden te bemachtigen
Duitsland organiseert de conferentie van Berlijn
Bijna heel Afrika is door Europese landen gekoloniseerd
In West-Afrika kopen Europeanen voor het eerst ivoor, goud en slaven
De Islam verspreidt zich over Noord-Afrika

Slide 42 - Sleepvraag

Waarom deed Nederland niet mee aan de Wedloop om Afrika?

Slide 43 - Open vraag

Waarom zou juist Duitland de conferentie van Berlijn hebben georganiseerd?
A
Duitsland had als nieuw land nog weinig koloniën en wilde zo veel mogelijk invloed uitoefenen op de verdeling van Afrika om deze achterstand in te halen
B
Duitsland wilde voorkomen dat Afrika gekoloniseerd werd, omdat het als nieuw land veel waarde hechtte aan de onafhankelijkheid van landen
C
Duitsland vond het belangrijk dat er vrede bleef in Europa en wilde met de conferentie van Berlijn de chaos en rondom de kolonisatie van Afrika oplossen
D
Duitsland was een zeer Christelijk land en wilde tijdens de conferentie van Berlijn doordrukken dat er vooral werd gericht op de verspreiding van het Christendom in Afrika

Slide 44 - Quizvraag

Zet de gevolgen voor Afrika bij de juiste categorie.
Economisch gevolg
Cultureel gevolg
Sociaal gevolg
Politiek-bestuurlijk gevolg
Afrika gaat grondstoffen leveren voor de Europese industrie
Westerse talen, ideeën en het Christendom worden verspreid in Afrika
Er ontstaat een samenleving met witte bestuurders en ondernemers aan de top
Heel Afrika - op Ethiopië na - wordt bestuurd door Europese landen
Door de door Europese landen getrokken grenzen ontstonden conflicten tussen Afrikaanse volken
Afrika werd als afzetgebied gebruikt voor goedkope Europese producten

Slide 45 - Sleepvraag