In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Mariken van Nieumeghen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De Mariken is een
A
roman
B
mirakelspel
C
toneelstuk
D
episch gedicht
Slide 5 - Quizvraag
Waarom is de auteur van de Mariken onbekend?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Het Faustmotief
Oef. 15 c+d p. 48
Slide 12 - Tekstslide
Wat waren de 7 vrije kunsten? Probeer er minstens 4 te noemen
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de stockregel in een refrein?
A
De belangrijkste gedachte van het gedicht
B
Een regel die telkens herhaald wordt
C
Een regel die een belangrijke boodschap heeft
D
Een regel met de naam van de hoofdpersoon er in
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een wagenspel?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
LANSELOET VAN DENEMARKEN
Middelnederlands toneelstuk (oudste abele spelen)
952 regels
tweede helft 14e eeuw (Brabant?)
hoofs taalgebruik (Sanderijn)
onhoofse woorden (Lanseloet)
standenverschillen
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Lanseloet:
- lust primeert op de hoofse liefde
- hij wil haar belonen met een 'juweel' dat ze nog nooit eerder zag (dubbelzinnig)
Sanderijn:
- beseft heel goed wat hij haar vraagt (ze antwoordt met 'ik ben nog maagd'). Ze wijst hem af en lijkt vastbesloten, blijft het hoofse ideaal nastreven.