Ga na of je iemand kent die een ander mensbeeld heeft dan jij. Dat kan iemand zijn van een andere generatie (je oma, een oudere oom) of iemand met een andere culturele achtergrond. Het kan iemand zijn met een ander geloof of juist zonder geloof. Of iemand die nare dingen heeft meegemaakt (ziekte, scheiding, geweld, oorlog) of juist niet.
Maak een lijst met vragen die je aan deze persoon kunt stellen om meer te weten te komen over het mensbeeld van deze persoon. (Voorbeelden in uitwerking. Interview de persoon met z’n tweeën en maak er een filmverslag van. Je hoeft met zijn tweeën maar één interview te doen.