Bezitsvorm, afkortingen en apostrof

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bezitsvorm, afkortingen en apostrof

Spelling - klas 1

Slide 2 - Tekstslide

Zo ging het maken van mijn huiswerk:
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

rug + prik

Slide 4 - Open vraag

zon + bank

Slide 5 - Open vraag

station + straat

Slide 6 - Open vraag

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 en 6 op Learnbeat bij onderdeel 9.2 J 
Opdracht 2 op Learnbeat bij onderdeel 9.2 C 

Slide 7 - Tekstslide

Ik kan een bezitsvorm op de juiste manier schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Bezitsvorm
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten. 

Voorbeeld: 
de mountainbike van mijn broer --> mijn broers mountainbike
de passer van Farah --> Farahs passer 
het broodje van Corné --> Cornés broodje

Slide 9 - Tekstslide

Bezitsvorm
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u of y die lang klinkt? Schrijf dan een apostrof voor de s. 

Voorbeeld: 
Mila's regels 
Amy's roddels

Slide 10 - Tekstslide

Bezitsvorm
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een sisklank? Schrijf dan alleen een apostrof.  

Voorbeeld: 
Morris' kaartspel
Patrice' gereedschap

Slide 11 - Tekstslide

de tante van Oscar -->

Slide 12 - Open vraag

het boek van Eli -->

Slide 13 - Open vraag

de telefoon van Max -->

Slide 14 - Open vraag

het kabinet van Rutte -->

Slide 15 - Open vraag

Afkortingen
Er zijn geen duidelijke regels voor de spelling van afkortingen. De meest voorkomende manieren om een afkorting te schrijven: 
  • met kleine letters en punten (i.p.v., bijv.) 
  • met kleine letters zonder punten (cm, vwo) 
  • met hoofdletters en zonder punten (KLM, VN) 
  • met hoofdletters en punten (Z.K.H.) ---> heel zeldzaam 

Slide 16 - Tekstslide

Apostrof
Een apostrof heb je soms nodig om uitspraakproblemen te voorkomen, bijvoorbeeld bij sommige meervoudsvormen, bezitsvormen en verkleinwoorden. Je kunt 'm ook gebruiken als je letters weglaat.

Slide 17 - Tekstslide

Belangrijkste regels apostrof
bij het meervoud van zn op -a, -i, -o, -u of -y (met een medeklinker voor de y)
radio's, taxi's, baby's
bij het meervoud van letters en afkortingen
mp3's, cd's
bij het verkleinwoord van letters, cijfers, afkortingen en woorden die eindigen op een -y (met een medeklinker ervoor)
party'tje, p'tje, 4'tje, dvd'tje 
bij de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden
oma's breiwerk, Lars' idee 
bij achtervoegsels van afkortingen
zzp'er, sms'en 
als je in een woord letters weglaat. Deze vervang je door een apostrof.
's avonds, jus d'orange, 't waait 
Gebruik een apostrof:

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
menuus
B
menu's

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
cdtje
B
cd'tje

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
Inez' huis
B
Inez's huis

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
s' avonds
B
's avonds

Slide 22 - Quizvraag

Welke afkorting is goed geschreven?
A
dmv.
B
d.mv.
C
dm.v.
D
d.m.v.

Slide 23 - Quizvraag

Ik kan de bezitsvorm op de juiste manier schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik kan de apostrof op de juiste manier gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Huiswerk


Maken opdracht 4, 5, 6, 7 en 8 op Learnbeat 11.2C.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk


Maken opdracht 4, 5, 6, 7 en 8 op Learnbeat 11.2C.

Slide 30 - Tekstslide