de plantaardige cel

• Natuurwetenschappen
• Secundair onderwijs

Plantencel

1. 
2. 
3. 
4. 

de plantaardige cel

Prokaryoot

Dier

Plant

Schimmel

Plastiden

Celwand

zonder celwand

zonder vacuole

zonder celkern

celkern

op het einde van dit hoofdstuk kan ik

- Je kan een dierencel van een plantencel onderscheiden.

- Je kan de verschillen tussen een dierencel en een planten cel benoemen

- Je kan de bouw en de functie van de verschillende celorganellen beschrijven.

- Je kan de verschillende cel organellen herkennen

welke celorganellen ken je nog?

Sleep de onderdelen van de plantaardige cel naar de goede plek. 

vacuole

cel wand

celplasma

cel membraan

bladgroenkorrel

Wat is de plantencel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een plantencel heeft:

1. wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
2. wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
3. GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
4. GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

de celwand: de bouw

• plantencel cellulose
• schimmels chitine
• vlezige moleculen die een netwerkvormen

de celwand: functie

• De celwand verleent stevigheid aan de cel en het hele organisme.

• De celwand vormt een beschermende laag.

• De celwand en de celmembraan bevatten poriën zodat er uitwisseling van stoffen tussen de verschillende cellen kan plaats vinden.

Wat is de functie van de celwand?

de celwand is bijzonder. Waarom?

1. dubbelwandig
2. semi permeabel
3. dun
4. alle antwoorden zijn juist

de vacuole: bouw

• blaasje 
• omgeven door een enkele membraan (tonoplast) 
• vocht
• verschillende stoffen (zouten, glucose,…)
  

Een plantencel heeft geen ...

1. Celmembraan
2. Celwand
3. Celkern
4. Een plantencel heeft al deze onderdelen

de vacuole: eigenschappen

• turgor
• stevigheid/slap
  

de vacuole: functies

• de waterreserve  en kan ook andere reservestoffen opslaan.

• Als de vacuole goed gevuld is zet ze de celwanden van de plantencel onder druk. --> stevigheid.

•  afbrekende enzymen die afvalstoffen  kunnen afbreken.

• Kleurstoffen: Geven bepaalde delen van een plant kleur.

In de vacuole wordt water opgeslagen. Wat is de andere functie van de vacuole?

1. Geeft stevigheid aan de plantencel
2. Maakt de voedingsstoffen voor de plant
3. Nieuw weefsel maken
4. Vervoeren van opgeloste stoffen

Wat is de functie van de vacuole?

1. Geeft stevigheid aan de plantencel
2. Maakt de voedingsstoffen voor de plant
3. Nieuw weefsel maken
4. Vervoeren van opgeloste stoffen

Wat is de vacuole?

1. Q
2. R
3. S
4. T

Wat is de vacuole?

1. Blaasje met water
2. Blaasje met celplasma
3. Blaasje met de celkern
4. Blaasje met DNA

Wat is de vacuole in een plantencel

1. blaasje gevuld met lucht
2. blaasje gevuld met vocht
3. blaasje gevuld met cytoplasma
4. fietsband in een cel

Wat doen de onderdelen van een plantencel?

1. De celwand zorgt voor stevigheid
2. De celwand regelt alles
3. De vacuole slaat water op
4. De vacuole vangt licht op

Plantencel

1. 
2. 
3. 
4. 

de plasten: 

• dubbelmembraan
• eigen circelvormig DNA 
•  drie verschillende soorten plasten: leukoplasten, chloroplasten en chromoplasten.

Plastiden

Plastide  = korrel

• Bladgroenkorrels
• Kleurstofkorrels
• Zetmeelkorrels

Leukoplasten:

Bouw:

•  korrelvormige organellen. 
•  afwezigheid van pigmenten.
  

Functie:

• slaan zetmeel op voor de plant. 
• zonlicht: transformeren in chloroplasten 
• gevuld zijn met zetmeel verliezen ze de binnenste membraan. Er wordt dan gesproken van zetmeelkorrels.
  

Chloroplasten:

Bouw:

• De bladgroenkorrels komen talrijk voor in bladcellen. 
• dubbele membraan omgeeft het kleurloze stroma.
• inwendige membraan uitstulpingen: de Thylakoïden. 
• Tussen de thylakoïden kunnen membraanzakjes voorkomen die als muntstukken op elkaar gestapeld zijn: de grana. 
• In de membranen van de thylakoïden en grana zitten de chlorofylmoleculen ingebouwd.
  

chloroplasten

Functie:

• De bladgroenkorrels voeren de fotosynthese reactie uit
• de chlorofyl moleculen vangen lichtenergie op en gebruiken deze om CO2 en water om te zetten in suikers.
• Dit proces gebeurt in de stroma.
  

Chromoplasten:

Bouw:

• Deze plasten zijn organellen met rode, oranje of gele pigmenten 

Functie:

• De chromoplasten kleuren bloemen en vruchten. 
• Dit is belangrijk om dieren te lokken. Voor de bestuiving van de bloemen of de verspreiding van zaad. 
• Bij rijpende tomaten veranderen chloroplasten in rode chromoplasten.
  

Je ziet een aardappelplant. Waar bevinden zich de leukoplasten?

1. In de aardappelen
2. In de stengels en bloemen.

Chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten zijn verschillende soorten:

1. Organen
2. Vacuole
3. Kernmembraan
4. Korrels (Plastiden)

Wat zijn GEEN plastiden?

1. Bladgroenkorrels
2. Zetmeelkorrels
3. Cytoplasmakorrels
4. Kleurstofkorrels

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.

Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel

Plastiden

Celwand

Celmembraan

Cytoplasma

Zetmeelkorrels

Celkern

Sleep het organel naar de juiste afbeelding

Alleen Plantencel

Planten- en dierlijke cel

Celkern

celmembraan

Plastide

Celwand

Cytoplasma

Vacuole

Kernmembraan

+

+

->

PHOTOSYNTHESIS

Put the molecules/words in the correct order. 

This process takes place in the ...

Glucose

CO₂

O₂

H₂O

mitochondria

chloroplasts

chloroplasten komen voor in:

1. prokaryoten
2. prokaryoten en eukaryoten
3. meercellige planten
4. algen en planten

Matrix

Stroma

Lumen

Thylakoïd

Mitochondrium

Chloroplast

Binnenste membraan

Buitenste membraan

Tussenmembraan ruimte

Hogere [H+]

Lagere [H+]

Wat is wat?

Chloroplast

Mitochondriën

Welke onderdelen tref je zowel aan in een plantaardige cel als een dierlijke cel? Sleep deze onderdelen naar het gele vak.

Deze onderdelen zitten zowel in een plantaardige cel als een dierlijke cel

Plastiden

Celwand

Celmembraan

Cytoplasma

Zetmeelkorrels

Celkern

prokaryoten

eukaryoten

geen celkern

celkern

0.2 - 2.0 µm

10 – 100 µm

Cirkelvormige chromosomen

Lineare chromosomen

dierlijke cel

plantaardige cel

geen celwand

celwand

Geen vacuole

 vacuole

Celmembraan bevat cholesterol

Celmembraan geen cholesterol

Geen plasten

 plasten