Werkwoordsvormen

Werkwoordsvormen
Voorbereiding Toetsweek
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordsvormen
Voorbereiding Toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordsvormen op een rijtje
PVTT 
Loop
PVVT 
Liep 
VD
Gelopen
OD
Lopend 
BN
Lopende (zaken)/ Gelopen wedstrijd
GW
Loop!

Slide 2 - Tekstslide

Welke werkwoordsvorm is hier gebruikt?
'Wees niet bang.'
A
pvtt
B
pvvt
C
gw
D
od

Slide 3 - Quizvraag

Het gebeurt nu niet meer.

Welke werkwoordsvorm is gebruikt?
A
pvtt
B
inf
C
pvvt
D
vd

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben in 2009 ................ (verhuizen) naar Amsterdam.

Hoe spel je deze werkwoordsvorm?
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd
D
verhuizen

Slide 5 - Quizvraag

Ik ben in 2009 ................ (verhuizen) naar Amsterdam.

Welke werkwoordsvorm is gebruikt?
A
pvtt
B
od
C
pvvt
D
vd

Slide 6 - Quizvraag

Het concertkaartje ................ (worden) je morgen toegestuurd.

Hoe heet deze werkwoordsvorm?
A
pvtt
B
od
C
pvvt
D
vd

Slide 7 - Quizvraag

Wij zijn fluisterend gestart met werk.
Welke werkwoordsvorm is 'fluisterend'?
A
pvtt
B
od
C
pvvt
D
vd

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht
Opdracht
Het rad geeft een werkwoordsvorm aan. Je maakt een zin waarin die werkwoordsvorm voorkomt. Omcirkel het werkwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Ik kan de verschillend werkwoordsvormen herkennen!
0100

Slide 10 - Poll