V2 Taalverzorging H27 en H28

Taalverzorging H27 en H28
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging H27 en H28

Slide 1 - Tekstslide

Antwoorden H28 opdr 1 en 2
1 a goed  b Stille Oceaan
c goed  d goed
e Hollywood  f Boekenweekgeschenk
g Tweede Kamer  h Noorderlicht
i Vereniging Natuurmonumenten  j mevr. C. de Haan

2 a Stichting HALT en het Openbaar Ministerie (OM) zijn een proef gestart.
b Jonge hackers die een HALT-straf opgelegd krijgen, kunnen aan het werk worden gezet bij een computerbedrijf.
c De stichting en het OM hebben een eerste proef gedaan in samenwerking met drie noordelijke computerbedrijven.
d De pilot wordt Yoda genoemd, naar het personage uit Star Wars.
e Volgens het OM Noord-Nederland krijgt de pilot een vervolg in de rest van het land, schrijft RTV Drenthe.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 3 - Quizvraag

Hoe spel je de persoonsvorm verleden tijd?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 4 - Quizvraag

Hoe spel je het voltooid deelwoord?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 5 - Quizvraag

Hoe spel je het onvoltooid deelwoord?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
hele ww/infinitief + d

Slide 6 - Quizvraag

... (onthouden) je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthout

Slide 7 - Quizvraag

werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 8 - Quizvraag

Ik ben in mijn leven wel 3 keer ... (verhuizen)!
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuizen

Slide 9 - Quizvraag

... (fietsen) gaan de leerlingen altijd naar school.
A
lopen
B
gelopen
C
lopend
D
liepen

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdletters en leestekens
Lees blz 114

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 12 - Woordweb

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau

Slide 14 - Quizvraag

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 15 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 16 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 17 - Quizvraag



Hoofdletter of geen hoofdletter?
Tekst
A
december
B
December

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdletter
Geen hoofdletter
Aan het begin van de zin.
Dagen
Seizoenen
Namen
Maanden
Aardrijkskundige namen
Windstreken
Tussenvoegsels

Slide 19 - Sleepvraag

zomer
bioscoop
april
menno
cambuur
dalmatiër
hema
adidas
Met hoofdletter
Zonder hoofdletter

Slide 20 - Sleepvraag

istanbul
unicef
de amerikanen
het noorden
het offerfeest
boeddhisme
zaterdag
Met hoofdletter
Zonder hoofdletter

Slide 21 - Sleepvraag

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
B
De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
C
Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
D
Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.

Slide 22 - Quizvraag

In welke zin is de interpunctie correct?
A
Toen hij op de rem trapte, viel hij van zijn fiets.
B
Toen hij op de rem trapte viel hij van zijn fiets.
C
Toen hij, op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.
D
Toen hij op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.

Slide 23 - Quizvraag

In welke zin is de interpunctie correct?
A
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
B
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.

Slide 24 - Quizvraag

In de volgende zin is de interpunctie correct:
Ik zei: 'Komt er nog een eind aan?'
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed? (let op hoofdletters en interpunctie)
A
onderwerp: opzegging verzekering
B
Onderwerp: Opzegging verzekering
C
Ondewerp, opzegging verzekering
D
Onderwerp: opzegging verzekering

Slide 26 - Quizvraag

HOOFDLETTERS & INTERPUNCTIE
De zin moet zijn:

in het zuiden van de verenigde staten spreekt men spaans

A
In het zuiden van de verenigde Staten spreekt men Spaans.
B
In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men Spaans.
C
In het zuiden van de Verenigde Staten spreekt men spaans.
D
In het zuiden van de Verenigde staten spreekt men Spaans.

Slide 27 - Quizvraag