Paragraaf 2 De kaasspeciaalzaak

Programma
Herhaling paragraaf 7.1
Huiswerk maken paragraaf 7.1 en de rekentrainer 7.1
Uitleg en maken paragraaf 7.2 en de rekentrainer 7.2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Herhaling paragraaf 7.1
Huiswerk maken paragraaf 7.1 en de rekentrainer 7.1
Uitleg en maken paragraaf 7.2 en de rekentrainer 7.2

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer is productie arbeidsintensief?
A
Meer kapitaal dan arbeid
B
Meer leidinggevende dan uitvoerende werknemers
C
Meer uitvoerende dan leidinggevende werknemers
D
Meer arbeid dan kapitaal

Slide 2 - Quizvraag

Juist of onjuist ?
1. Leraar is een arbeidsintensief vak
2. Een autofabriek is kapitaalintensief
A
1 en 2 allebei juist
B
1 juist 2 onjuist
C
1 onjuist 2 juist
D
1 en 2 allebei onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Om te produceren heb je drie productiefactoren nodig.
Noteer de drie productiefactoren.
Misschien weet je de 4e ook?

Slide 4 - Open vraag

Hierna staan voorbeelden van productie.

Bij welk voorbeeld gaat het over formele productie?
A
De gemeentelijke plantsoenendienst maakt het park schoon.
B
Een timmerman klust er na werktijd zwart bij.
C
Iemand legt in zijn tuin een nieuw terras aan.

Slide 5 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen goederen en diensten.

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen paragraaf 2
Ik kan benoemen welke productieweg een product aflegt
Ik kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het kan kopen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle 
bedrijven die na elkaar meewerken 
aan een product.

Slide 9 - Tekstslide

De bedrijfskolom moet je niet verwarren met een bedrijfstak ..


Een bedrijfstak = een groep bedrijven die hetzelfde product of dienst verkopen.

Slide 10 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 11 - Tekstslide

Bedrijfskolom van brood
Wat is de toegevoegde waarde van de broodfabriek?


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Huiswerk
Maken paragraaf 7.2 en de rekentrainer 7.2

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 2
Ik kan benoemen welke productieweg een product aflegt
Ik kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het kan kopen

Slide 16 - Tekstslide