4T-4H aansluitingsmodule oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom 4T'ers

Vandaag gaan we flink aan de slag, kijken of jullie al enigzins kennis hebben van alles dat aan bod is geweest.

Vandaag gaan we  herhalen, oefenen en trainen.

Wat vandaag aan bod komt:

- Grammatica (Voorzetselvoorwerp, Bedrijvende en Lijdende Vorm, Samengestelde zinnen met: hoofdzin/bijzin, neven- en onderschikking en voegwoorden, PV t/m BvB, woordsoorten en bijvoeglijke bijzin).

- Werkwoordsspelling met het schema.

Stijlfiguren en Beeldspraak doen we volgende week.

Verantwoordelijkheid nemen voor je eigen resultaten is iets dat heel belangrijk is.
Wat is het voorzetselvoorwerp?

Terwijl ik stond te wachten op het perron kwam hij aanlopen.

Voorzetselvoorwerp?

Bedrijvende vorm/ lijdende vorm:

Bedrijvende vorm:

Het onderwerp is actief!

Hij vangt een bal.

Hij =ow

een bal = lijdend voorwerp.

Hij vangt een bal. (bedr.vorm)

Een bal = lijdend voorwerp. Daar maken we onderwerp van!

Een bal wordt door hem gevangen. (lijdende vorm).

Een 8 zal door hem niet gehaald worden.
Dit is lijdende vorm, maak bedrijvende vorm!

Vandaag gaan we  herhalen, oefenen en trainen.

Wat vandaag aan bod komt:

- Grammatica (Voorzetselvoorwerp, Bedrijvende en Lijdende Vorm, Samengestelde zinnen met: hoofdzin/bijzin, neven- en onderschikking en voegwoorden, PV t/m BvB, woordsoorten en bijvoeglijke bijzin).

- Werkwoordsspelling met het schema.

Stijlfiguren en Beeldspraak doen we volgende week.

Wat vind je het lastigst tot nu toe?

'Ik wil graag dat direct alle antwoorden voor me verbeter....'
Geef het juiste antwoord EN leg uit!

'Hij verbaas.... zich over iets dat jou nooit verbaas.... heeft.'
geef de juiste woorden EN leg uit!

Maak van deze enkelvoudige zin een zin met een bijvoeglijke bijzin:
'De uitleg staat ook op Blendspace voor iedereen.'

Terwijl iedereen naar het verhaal zit te luisteren, ben jij weer eens afwezig.
Benoem hoofdzin en of bijzin, noteer ook het voegwoord en geef aan of het neven- of onderschikkend is.

Schrijf een zin met een duidelijk Voorzetselvoorwerp erin. Geef ook het VZV aan.

Hij vergroo..... zijn voorsprong omdat hij als eerste binnen was.
Schrijf het woord EN leg je antwoord uit.

Iedereen wil zijn hulp aan dat arme gezin geven,

Benoem de woorden: iedereen, zijn, dat.

Geef me direct het glas sinas aan!

Benoem het zinsdeel 'me' en het zinsdeel 'direct'.

De opmerking die hard aankwam, werd door niemand gewaardeerd.

Benoem: samengestelde of enkelvoudige zin, hoofdzin/bijzin/bijvoeglijke bijzin, evt. voegwoord, evt. onderschikkend/ nevenschikkend.

In de breed verlich...e straten kwam hij langzaam aangereden.
Vul het woord in EN leg uit.

Hij werkt de gehele dag heel hard voor mij.

Benoem de woorden: 'heel', 'hard', 'mij'. (woordsoorten).

Hij vangt een bal op het juiste moment.

Zet de zin in Lijdende Vorm.

De nare opmerking over zijn huidskleur maakt hem aan het huilen van verdriet.
Noteer alle Bijvoeglijke Bepalingen in deze zin.

Ik wist het antwoord "op dat moment".

Vervang 'op dat moment' door een heel zinsdeel met een ow en een pv zodat het een samengestelde zin wordt.

Over enkele dagen zal u mijn antwoord op al uw vragen toegestuurd krijgen.

Ontleed de zin in zijn geheel (van PV t/m BvB).

Zoek een filmpje of online-uitleg over de 4 telwoorden en leg daarna in je antwoord de 4 soorten telwoorden uit.

Waar heb je nog behoefte aan op dit moment?