In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Krachten
Slide 1 - Tekstslide
Je Massa op Aarde is anders dan je Massa op Mars
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Als een object stil staat werken er geen krachten op
A
Niet waar
B
Waar
Slide 3 - Quizvraag
Welke kracht is de reactiekracht van een oppervlak
A
Wrijvingskracht
B
Normaalkracht
C
Reactiekracht
D
Spierkracht
Slide 4 - Quizvraag
De zwaartekracht op een leeuw op aarde is gelijk aan de zwaartekracht van een leeuw op mars
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Het massamiddelpunt van een object zit altijd in het midden
A
Niet waar, is afhankelijk van de massa verdeling
B
Waar, is afhankelijk van de massa verdeling
Slide 6 - Quizvraag
Een olifant en een bowlingbal springen beide van de duikplank. Welke van de twee heeft de grootste valversnelling?
A
De olifant
B
De bowlingbal
C
Beide even grote versnelling
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Noem tenminste 3 krachten die aanwezig zijn in deze situatie
Slide 9 - Open vraag
De arm van een kracht is
A
De afstand van het draaipunt tot de kracht
B
De afstand van het duwpunt tot de kracht
Slide 10 - Quizvraag
Welke formule om een moment uit te rekenen is? (Schrijf in de vorm A = B x C)
Slide 11 - Open vraag
Welke draaipunten zijn de juiste. Kies er één voor situatie A en één voor B
Slide 12 - Open vraag
Welke situatie kost het minste kracht om de kist op te tillen
Slide 13 - Open vraag
Op welke manier kan de persoon het beste de steen tillen.
A
Door te omlaag te duwen
B
Door te omhoog te duwen
C
Door dichter bij het draaipunt te duwen
D
Door verder van het draaipunt te duwen
Slide 14 - Quizvraag
Bereken de massa van een auto op aarde. De zwaartekracht trekt aan de koe met 11772 Newton. Valversnelling op aarde g = 9.81 m/ Gebruik F = m * g, dus m =